Nieuws

Verzuring niet alleen door stikstof

Ondanks afnemende deposities van zwavel en stikstofverbindingen, vindt er nog steeds verzuring plaats van bosbodems. Die verzuring wordt niet alleen veroorzaakt door stikstofverbindingen. Zwavel speelt een veel grotere rol dan vaak wordt gedacht.

Verzuring van de bodem door de depositie van verzurende stoffen als zwavelverbindingen (SOx), nitraat (NOx) en ammoniak (NH₃) - ook wel zure regen genoemd - is een proces dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw sterk in de belangstelling stond. Sinds die tijd zijn er diverse maatrgelen genomen om die verzuring af te remmen. Dat heeft ook geresulteerd in een verlaging van die depositie. Uit metingen blijkt dat de uitspoeling van zowel stikstof (N) als zwavel (S) naar het grondwater tussen 1988 en 2010 sterk is afgenomen. Maar de verzuring is nog niet gestopt.

Bodemverzuring

Vorig jaar verscheen er in Vakblad Natuur Bos Landschap een alarmerend artikel over de verzuring en het effect op koolmezen. Door die verzuring leggen koolmezen eieren met een te dunne schaal en treden er veel spontane botbreuken op bij hun jongen. In dat artikel werd stikstof in de vorm van ammoniak de belangrijkste veroorzaker van bodemverzuring genoemd. In een ander artikel in het zelfde vakblad, dat aandacht besteedt aan de verzuring van eikenbossen worden meerdere oorzaken genoemd voor de verzuring. De verzuring in de bovenlaag wordt voor 55% door ammoniak (NH₃) uit de landbouw veroorzaakt, en voor 20% door zwavelverbindingen, SOx, 25% door nitraat, NOx afkomstig uit verkeer en industrie. In de ondergrond is de bijdrage van zwavel aan de verzuring nog veel sterker (40%).

Uitspoeling

Vakblad Milieu gaat in het artikel 'Verzuring bossen niet alleen door stikstof' nader in op de mogelijke oorzaken van verzuring. Eerst wordt uitgelegd wat verzuring precies is. De belangrijkste verzurende stoffen in het bos zijn sulfaat, nitraat en chloride. Wanneer die stoffen uitspoelen naar diepere bodemlagen, nemen zij onderweg basische kationen mee zoals calcium, kalium, magnesium en natrium. Dat heeft effect op de bodem, want die stoffen zijn belangrijk om de zure stoffen in de bodem te neutraliseren. Als die elementen verdwijnen zijn ze niet meer beschikbaar voor bodemleven, flora, fauna en voor de buffercapaciteit van de bodem.

Milieubeleid

Uit metingen blijkt dat de depositie van veel verzurende stoffen de afgelopen jaren sterk is afgenomen door het gevoerde milieubeleid. De depositie van zwavel is daarbij veel sterker afgenomen dan de stikstofdeposities. De zwaveldepositie is tegenwoordig voornamelijk afkomstig uit drie bronnen: zeescheepvaart, raffinaderijen en industrie. De stikstofdepositie is afkomstig uit landbouw, verkeer en industrie. Door die afnemende verzurende depositie neemt ook de uitspoeling van de basische kationen af en dus de verzuring af. Maar de verzuring is niet gestopt.

Zwavel

Zwavel lijkt een belangrijke veroorzaker voor de bodemverzuring. Zwavel heeft zich in het verleden vastgezet in de bosbodem, zo leggen de auteurs uit. De stof is geadsorbeerd aan aluminium- en ijzeroxiden of is een verbinding aangegaan met ijzer. Dit sulfaat komt onder bepaalde omstandigheden vrij en werkt dan verzurend.

De auteurs van het artikel concluderen dat verzuring van de bodem vaak eenzijdig wordt toegeschreven aan stikstof, maar dat zwavel een veel grotere rol speelt in de verzuring dan gedacht. Bij metingen in het bovenste grondwater van bosbodems blijkt dat daar zelfs 2,5 keer zo veel sulfaat (SO₄) voorkomt als nitraat (NO₃). De auteurs stellen dat er nog onvoldoende bekend is over de stoffen en processen in de bodem die leiden tot verzuring. Ze vinden dat het daarom niet goed mogelijk is om de effectiviteit van maatregelen te voorspellen. Het beleid tegen verzuring is nu gericht op nitraat, zo schrijven ze, maar mogelijk is dat te eenzijdig.

(Bron foto: Pixabay)