Meer informatie over biologische landbouw vind je op de vernieuwde Biokennis website. RVO heeft een wegwijzer voor de biologische ondernemer gelanceerd.
Uitgangspunt in de biologische landbouw is een gesloten nutriëntenkringloop. Daarom is er altijd samenhang en samenwerking tussen de biologische veehouderij en de akker- en tuinbouw. De akker- en tuinbouw gebruiken dierlijke mest uit de biologische veehouderij, naast andere organische meststoffen en eventueel mineralen. Een deel van de gewassen kan weer dienen als voer voor het vee. De veehouderij gebruikt een deel van de mest zelf en zet de rest af in de plantaardige sectoren. Een nieuwe ontwikkeling is het zelf telen van (maai)meststoffen. De productiedieren krijgen in de biologische veehouderij meer ruimte natuurlijk gedrag te vertonen, zoals door weidegang bij koeien en de vrije uitloop bij pluimvee. Het veevoer is geheel of grotendeels van biologische herkomst. Preventief antibioticagebruik vindt niet plaats. Bestrijding van plagen en ziekten in de biologische teelt vindt uitsluitend op niet-chemische wijze plaats, vooral door preventie (versterken van plantweerbaarheid
door een goede bodemgezondheid) en door het inzetten van natuurlijke vijanden. Het werken met agro-ecologische principes wordt steeds verder ontwikkeld, zoals strokenteelt en mengteelten. Zorg voor de bodem krijgt veel aandacht. Voor minder
belastende grondbewerking, mechanische onkruidbestrijding e.d. wordt gebruik gemaakt van de meest geavanceerde techniek.
Per sector biedt dit dossier een overzicht van geschikt achtergrondmateriaal voor docenten en informatie voor studenten en geïnteresseerden.