Blauwtong is een virusziekte die voornamelijk voorkomt bij schapen. De ziekte is vernoemd naar de blauwe tong die dieren kunnen krijgen. Naast schapen kunnen ook rundvee, geiten, dromedarissen, buffels en wilde herkauwers besmet worden met het blauwtongvirus (Bron: Wikipedia).
Dossier
Blauwtong
Begin hier
Wat is blauwtong?
Verspreiding
Het virus heeft knutten nodig om zich te kunnen verspreiden. Zodra een knut (Culicoides sp.) een besmet dier heeft gestoken, wordt de knut drager en verspreider van het virus. Een besmette knut is na twee weken voldoende sterk om andere dieren te besmetten. Ook de eieren van de knutten kunnen besmet zijn. Hierdoor is de ziekte lastig te bestrijden. Knutten zijn ook de overdragers van het Schmallenbergvirus dat bij schapen, geiten en runderen voorkomt.
Gevolgen
Bij runderen zijn de gevolgen van blauwtong meestal minder ernstig dan bij schapen. In 2006 besmette het virus voornamelijk runderen, terwijl in 2007 veel meer schapen zijn besmet. Er overleden dan ook duidelijk meer schapen in 2007, zo meldde Rendac (destructiebedrijf voor dieren). Sinds begin september 2023 is er weer een grote uitbraak met veel dode dieren tot gevolg. Welke impact het blauwtongvirus heeft op de vruchtbaarheid en dracht is nog onbekend.
Vaccinatie
Een medicijn voor blauwtong bestaat niet, maar het eerste vaccin tegen blauwtongvirus type 3 (BTV3) is goedgekeurd door demissionair landbouwminister Piet Adema. Van het vaccin zijn binnen enkele dagen tot een week 1 miljoen doses beschikbaar en twee weken later nog eens 1 miljoen doses. Dierenwelzijnsproblemen door uitbraken van BTV3 kunnen daarmee voorkomen worden.
Voorkomen en genezing
Doordat blauwtong wordt overgedragen door knutten is het lastig om besmetting te voorkomen. Wel zijn er maatregelen zoals goede ventitlatie en het opstallen van dieren rondom schemering die in de praktijk effectief gebleken zijn.
Geschiedenis van blauwtong
In augustus 2006 dook het blauwtongvirus voor het eerst op bij een bedrijf in het Limburgse Nuth. Tot dan toe kwam het virus alleen voor in Afrika en Zuid-Europa. Het virus wordt overgebracht door knutten (muggen). Deze knutten bleken de Nederlandse winter te kunnen overleven. Het is mogelijk dat de zachte winter van 2006/2007 een rol heeft gespeeld. Het virus heeft zich daarna over heel Nederland verspreid.