Lees meer over het assortiment, vruchtwisseling, onkruidbeheersing en bewaring van biologische bollenteelt.
Assortiment
Tulp is nu het meest geteelde biologische gewas onder de bloembollen. Daarnaast worden onder andere biologische krokussen, narcissen, dahlia’s blauwe druifjes en lelies geteeld. Uit gebruikswaardeonderzoek blijkt dat er grote verschillen kunnen zitten tussen rassen qua ziektegevoeligheid en bewaarbaarheid.
Vruchtwisseling
Om de bodem gezond te houden en bodemziektes te voorkomen passen biologische bloembollentelers vruchtwisseling toe. Dit betekent dat ze niet elk jaar op hetzelfde stuk grond bloembollen telen. Dit doen ze bijvoorbeeld door samen te werken met biologische akkerbouwers. Ook zaaien sommige telers afwisselend bloembollen en groenbemesters. Deze groenbemesters helpen om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. De grootste biologische bloembollen teler (John Huiberts) heeft een machine ontwikkeld waarmee hij bloembollen onder de groenbemester kan plaatsen. De groenbemester werkt dan ook als onderdrukker van onkruid.
Onkruidbeheersing
In de biologische teelt is het gebruik van herbiciden niet toegestaan. Onkruiden worden mechanisch of thermisch (door branden) verwijderd. Daarnaast kan de groei van onkruiden onderdrukt worden door de bloembollen af te dekken met gehakseld stro, houtsnippers, boomschors, compost of een groenbemester.
Bewaring
Omdat er weinig mogelijkheden zijn om bij te sturen is het belangrijk om heel precies en schoon te werken en aangetaste bloembollen zo snel mogelijk te verwijderen. Voor het ontsmetten van de bloembollen kan een warmwaterbehandeling worden toegepast. Deze methode helpt bijvoorbeeld tegen aaltjes.
Om besmetting en vermenging te voorkomen moeten de biologische en gangbare productie, verwerking en opslag goed van elkaar gescheiden blijven.