Door verdichting ontstaan in de bodem lagen met een verschillende structuur: bovengrond, ploegzool en ondergrond. In de bovengrond is meer organische stof, meer bodemleven en meer beworteling. De structuur is losser in landbouwgrond die jaarlijks wordt geploegd of losgemaakt.
Onder de bovengrond bevindt zich de zogenaamde ploegzool. Deze laag is verdicht door tractorbanden die tijdens het ploegen over de ondergrond rijden en door wiellasten van landbouwvoertuigen. De ploegzool is vaak slechter doordringbaar voor wortels, water en zuurstof dan de daaronder gelegen grond: de ondergrond. Die is juist belangrijk om in droge perioden water te leveren aan planten en om regenwater naar het grondwater te leiden.
De ondergrond wordt niet jaarlijks losgemaakt omdat de kosten hoog zijn en de grond snel opnieuw verdicht raakt. Ondergrondverdichting is daarom een doorlopend proces, dat uiteindelijk leidt tot een homogeen verdichte ondergrond.