Om op een duurzame manier aan de groeiende behoefte naar eiwitten te voldoen is een eiwittransitie nodig. De eiwittransitie beschrijft een verschuiving van de consumptie van dierlijke eiwitten naar (meer) plantaardige en alternatieve eiwitbronnen. De eiwittransitie is een belangrijke peiler in het klimaatakkoord van Parijs. Naar aanleiding van dit akkoord heeft de Nederlandse overheid doelen opgesteld. Het eerste doel is gelijke verdeling van 50% plantaardig en 50% dierlijk eiwitten in 2030. Nog verder in de toekomst streeft de overheid naar een verdeling van 60% plantaardig en 40% dierlijke eiwitten. Dit is niet alleen goed voor het milieu maar draagt ook bij aan een gezonder voedingspatroon.
De eiwittransitie berust in grote lijnen op drie bouwstenen, die samen aangepakt moeten worden voor een succesvolle overgang.
(1) Circulaire eiwitsystemen: Circulaire productie van eiwitten kan voordelen opleveren op het gebied van duurzaamheid, kostenbesparing en een rechtvaardige verdeling. In een kringloop gaat weinig tot niks verloren en neemt de eiwitvoorraad toe zonder nieuwe hulpbronnen aan te spreken.
(2) Duurzame (alternatieve) eiwitbronnen: Duurzame eiwitsystemen zijn afgestemd op de beschikbaarheid (of schaarste) van de lokale bronnen. Ook wordt er gekeken naar systemen die onafhankelijk van hulpbronnen eiwitten kunnen produceren, met behulp van bijvoorbeeld fermentatie, microalgen of aquatische gewassen.
(3) Een maatschappelijke verschuiving: de eiwittransitie vraagt om een gemeenschappelijke inspanning van verschillende partijen. Samenwerking tussen alle schakels in de voedselketen, boeren, producenten, retailers etc. Daarnaast is het belangrijk om te onderzoeken wat de drijvende krachten achter voedselkeuzes zijn en wat de eiwitbehoeftes zijn op groeps- en zelfs persoonlijk niveau. Voor een succesvolle eiwittransitie is er niet alleen een vermindering van de productie van dierlijk eiwit nodig, maar moeten we met z'n allen ook minder dierlijke eiwitten consumeren.