Smart Farming biedt mogelijkheden die 10 jaar geleden nog niet voor mogelijk werden gehouden. De eerste stappen bleven steken door een gebrek aan rekenkracht, beschikbare infrastructuur en betaalbare techniek. Rond 2010 vond een kentering plaats. 4G, satellietbeelden, drones, goedkope plaatsbepaling, open software, web-based applications en verbeterde en goedkopere techniek gaven een nieuwe impuls aan Smart Farming met Big Data.
Dossier
Smart farming
Begin hier
Wat is smart farming?
Akkerweb
Akkerweb is in 2010 ontstaan vanuit de behoefte voor een GEO platform dat open is voor iedereen en dat de services biedt die elke Smart Farming toepassing nodig heeft: de functionaliteit om sensor data te visualiseren, beschikbaarheid van achtergrondkaarten, de connecties met de data providers, een taakkaartgenerator, een winkel, een helpdesk, interface componenten en nog veel meer. Kortom de infrastructuur die altijd nodig is om snel een nieuwe applicatie te kunnen ontwikkelen.
Module 1 - Akkerweb
Akkerweb is een smart farming platform waar diverse aanbieders applicaties op kunnen plaatsen. Sommige applicaties zijn beslissingsondersteunend; andere applicaties kunnen plaatsspecifieke adviezen geven en taakkaarten genereren. Akkerweb biedt generieke GIS-functionaliteit aan, web services om bv. satelliet- of weer data te downloaden, het visualiseren van data en het genereren van taakkaarten. Akkerweb is een platform dat door derden kan worden gebruikt om snel nieuwe applicaties te ontwikkelen. De Akkerweb omgeving is het knooppunt voor geografische perceel informatie, data en wetenschappelijke kennis.
Module 2 - Bouwplan
Elke winter wordt er op het bedrijf een bouwplan gemaakt. Per perceel wordt er bekeken welk gewas en welk ras er het komende seizoen weer verbouwd wordt, rekening houdend met de gewasrotatie. Deze informatie en de geografische grenzen van de percelen vormen de basis om met precisielandbouw aan de gang te gaan.
Module 3 - Zonering
De zonerings app is een applicatie waarmee een perceel op basis van een kaartlaag in verschillende zones opgedeeld kan worden. De kaartlagen kunnen zelf worden geupload, waarbij ook een opbrengstkaart gebruikt kan worden.
Module 4 - Nemadecide GEO
NemaDecide is een onmisbaar aaltjesadviessysteem voor alle aardappeltelers, zowel voor de teler van pootaardappelen als voor zetmeel- en consumptieaardappeltelers. Het programma ondersteunt de teler bij de beheersing van het aardappelcysteaaltje, het maïswortelknobbelaaltje en het wortellesieaaltje.
Module 5 - Bodemherbicide
In de praktijk worden onkruidbestrijdingsmiddelen vooral met één dosering per perceel toegepast. Hoewel er binnen een perceel grote variatie kan zijn in de bodemeigenschappen. Met een bodemscan kunnen de verschillen in de bodem in kaart gebracht worden.
Module 6 - Grip op Gras
De app Grip op Gras geeft handvaten om het grasaanbod bij omweiden en maaien te monitoren. Grashoogtemetingen kunnen worden geregistreerd en worden omgerekend naar droge stofopbrengst. De droge stofopbrengsten leveren de input voor de feedwedge en het maaivenster. Aan de hand van opdrachten en filmpjes wordt het functioneren van Grip op Gras uitgelegd.
Module 7 - Phytophthora
De schimmel Phytophthora infestans infecteert blad, stengel en knollen van de aardappelplant. Onder vochtige omstandigheden kan een aardappelgewas binnen 2 weken volledig vernietigd worden. De Phytophthora App probeert de timing van noodzakelijke bespuitingen te optimaliseren.
Module 8 - Stikstof Bijbemesting
In de praktijk wordt er voornamelijk drijfmest uitgereden in het voorjaar bij aanvang van de teelt. Na deze basisbemesting wordt er tijdens de teelt nog bijbemest, zodat het gewas voldoende nutriënten krijgt. Met drones, satellieten en weersgegevens kan er een nauwkeuriger en efficiënter advies voor de stikstof bijmestgift gegeven worden.
Module 9 - Loofdoding
Met de Loofdoding2-App van Akkerweb kunt u taakkaarten maken voor het variabel doseren van loofdoodmiddelen in aardappelen. De App biedt u mogelijkheden om informatie over status en ruimtelijke variatie in de bovengrondse biomassa van het gewas door te vertalen in minimum effectieve doseringen. Daarbij moet u zelf aangeven welk middel u wilt toepassen, wat specifieke gewascondities zijn, de spuitstrategie (1 of 2 bespuitingen), het spuitvolume en de werkbreedte.