De hokcapaciteit voor pelsdieren inclusief jonge dieren werd in 2009 geschat op 5.3 miljoen dieren (ruim 4.5 miljoen in 2006).
Dossier
Welzijn nertsen
Begin hier
Vroeg en abrupt spenen
Te vroeg en abrupt spenen van jonge nertsen leidt tot afwijkend gedrag, zoals staart- en pelsbijten. Spenen op 11 weken in plaats van op 7-8 weken vermindert het optreden van staart- en pelsbijten gevallen fors: van gemiddeld 20% naar slechts 1-2%.
Beperkt foerageergedrag
Nertsen werken graag om bij voer te komen, dit sluit beter aan bij de natuurlijke behoefte om te jagen op vis gevogelte, knaagdieren en invertebraten en dergelijke.
Prikkelarme omgeving
Hoe meer verrijking, des te meer variatie in gedrag. In grotere of aan elkaar geschakelde kooien in de praktijk is relatief veel spelgedrag te zien, zeker met verrijking en (familie)groepshuisvesting. Meerdere cilinders en platforms zijn hiervoor geschikt, alsmede afwisselende verrijkingsobjecten.
Groepshuisvesting
Het huisvesten in familiegroepen (moeder en pups) is in beginsel positief voor het welzijn van nertsen. Het heeft voordelen boven de reguliere huisvesting met scheiding van dieren bij spenen. Groepshuisvesting biedt tevens een rijkere (sociale) omgeving aan de dieren. Groepshuisvesting vergroot echter wel het risico op overmatige agressie. Oplossingen zijn meer ruimte, ontwijkingsmogelijkheden en verrijking.
Uitval pups
Uitval van pups is hoog. Oplossingsrichtingen zijn:
Voerbeperking
In de winter worden de dieren sterk in voergift beperkt om vervetting en reproductieproblemen te voorkomen. Voerbeperking leidt tot honger. De hoeveelheid stereotiep gedrag neemt toe naarmate de voerbeperking sterker is.