Japanse kever
Regio
Nederland
Onderwerp
Japanse kever: Q-organisme in de boomkwekerij
Interessant voor
Boomkwekers
Biologie
Volwassen exemplaren van de Japanse kever zijn 8-11 mm lang, hebben een metaalgroene kop en thorax (borst) en bruine dekschilden. Ze zijn actief tussen mei en november en zitten graag in grote aantallen bij elkaar, soms wel honderden. Het vrouwtje van de Japanse kever legt haar eitjes het liefst in een grasland met vochtige leemrijke grond. De larven (tweede afbeelding) leven in de grond en voeden zich met de wortels van waardplanten, voornamelijk grassen. Ze worden tot 3 cm groot en zijn te vinden op 15 tot 20 cm diepte. De larven overwinteren in de grond, verpoppen in de lente en komen in de vroege zomer als volwassen kevers weer boven de grond.
Symptomen en schade
Volwassen kevers vreten waardplanten van boven naar beneden kaal, waarbij ze zich vooral voeden met het bladmoes. Alleen de nerven van de bladeren blijven achter aan een zwaar aangetaste plant. Daarnaast tasten ze ook bloemen stengels en vruchten aan. De Japanse kever dromt graag samen. In grote aantallen en dat zorgt er voor dat ze veel schade kunnen aanrichten. De schade die de wortel-etende larven aanrichten, is op het eerste gezicht minder duidelijk. Aangetaste planten vertonen vergeling van het loof en omgewoelde aarde rondom waardplanten kan erop duiden dat vogels op zoek zijn geweest naar de larven in de grond.
Waardplanten
De Japanse kever komt op zeer veel verschillende soorten planten voor. Op dit moment zijn er rond de 100 waardplanten bekend waar ze op zijn gevonden. De meest favoriete waardplanten, vooral van de larven, zijn grassen (Poaceae). De larven kunnen door vraat aan de wortels grote schade aanrichten in grasvelden en weilanden. De volwassen kevers richten vooral bovengrondse schade aan in tal van akkerbouw, boomkwekerij- en zachtfruitgewassen (onderstaande afbeelding). Ze zijn onder andere te vinden op de genera Acer, Aesculus, Betula, Castanea, Cyperaceae, Fragaria, Juglans, Malus, Phaseolus, Platanus, Populus, Prunus, Rosa, Rubus, Salix, Solanum, Tilia, Ulmus, Vitis en Zea. De ‘European and Mediterranean Plant Protection Organization’ (EPPO) houdt een actuele lijst bij met waardplanten. Deze is eenvoudig te vinden door op deze link te klikken: https://gd.eppo.int/taxon/POPIJA/hosts
Verspreiding
De Japanse kever verspreid zich vooral over grotere afstanden door mee te liften met goederen of voertuigen uit risicogebieden. De bodemgebonden larven kunnen in teeltsubstraten aanwezig zijn en liften mee met planten in pot of planten met kluit. Planten in pot vormen vooral een risico voor verspreiding van de larven als er ook grassen in de pot groeien. De volwassen kevers kunnen zich op eigen kracht lokaal verplaatsen tot 500 meter per dag. Het is bekend dat gevestigde populaties zich jaarlijks verspreiden met een snelheid die verschilt van 7 tot 20 km per jaar (Mondino et al 2022).
Aanwezigheid binnen Europa
De Japanse kever is binnen Europa sinds 2014 aanwezig in Noord-Italië en sinds 2017 in Zwitserland. In deze gebieden worden jaarlijks duizenden feromoonvallen uitgezet om de kevers te vangen, maar dit lijkt de verspreiding van de Japanse kever niet in te perken (zie het plaatje van de verspreiding in Noord-Italië). Enkele kevers werden nu en dan in andere Europese landen gevonden, maar tot nog toe heeft hij zich hier niet gevestigd.
De verspreiding van de Japanse kever in Noord-Italië in de periode van 2015-2021. Oranje is de besmette zone en groen de bufferzone
Bron: https://www.popillia.eu/blog/interactive-map-of-the-japanese-beetle-invasion-in-continental-europe
Japanse kevers in een insectenval
Bron: Herman Helsen
Wat gebeurt er na een vondst?
De Japanse kever heeft een prioriteit quarantainestatus. Dit betekent dat bij (vermoeden van) een vondst er een meldingsplicht geldt en dat er direct contact opgenomen moet worden met een keuringsdienst of de NVWA. Indien de vondst wordt bevestigd wordt gelijk alles op alles gezet om verdere verspreiding en vestiging te voorkomen. Er worden zones afgebakend; een besmette zone waar de aanwezigheid van het organisme is bevestigd en een bufferzone, om mogelijke verdere verspreiding zo veel mogelijk in te dammen. De maatregelen die vervolgens worden genomen in de afgebakende zones kunnen onder andere bestaan uit het vernietigen van planten en bomen en intensief monitoren op aanwezigheid van de Japanse kever. Deze en andere mogelijke maatregelen, zoals vervoersverbod op bepaalde planten en/of groei substraten, vervallen alleen nadat een gebied officieel vrij is verklaard van het quarantaine organisme door een keuringsdienst of de NVWA.
In 2023 zijn de maatregelen na vondst van de Japanse kever binnen de Europese Unie aangescherpt. Als de Japanse kever wordt gevonden, wordt er een besmette zone van 1 km afgebakend met daaromheen een bufferzone van 5 km. Binnen deze zones wordt alles op alles gezet om de kevers uit te roeien. Als dit niet lukt, zoals in Noord-Italië en Zwitserland, worden er nieuwe zones afgebakend om de besmetting zo veel mogelijk in te perken. Bij inperking wordt rondom de besmetting een gebied van 3 km afgebakend en daaromheen een bufferzone van 15 km. Verhandeling uit een afgebakend gebied is alleen mogelijk als aan de voorgeschreven maatregelen voldaan wordt. Eisen voor de handel met de EU
Melden van een vondst kan via: https://www.nvwa.nl/onderwerpen/melding-doen/planten/meldingen
Voorkom besmetting
De Japanse kever vormt een reëel gevaar voor de boomkwekerijsector. Daarnaast vormt de internationale handel in planten een risico voor de verspreiding van de Japanse kever. Boomkwekers kunnen de kans dat hij opduikt op hun boomkwekerij beperken door te letten op de volgende zaken:
- Zijn er waardplanten van de Japanse kever aanwezig op het bedrijf? De Japanse kever heeft veel waardplanten, dus de kans is groot dat er waardplanten aanwezig zijn.
- Weet waar geïmporteerd plantmateriaal vandaan komt. Is dit dicht bij gebieden
waar de Japanse kever al is gevonden? - Vraag bij toeleveranciers na of de te leveren producten en het daarvoor gebruikte uitgangsmateriaal afkomstig zijn uit gebieden die vrij zijn van Popillia japonica;
- Inspecteer de zending bij ontvangst zorgvuldig;
- Zorg ervoor dat partijen plantgoed altijd traceerbaar blijft op het bedrijf.
Voor meer informatie over herkenning en regelgeving
- https://www.nvwa.nl/documenten/plant/plantenpaspoort/opa/publicaties/popillia-japonica
- https://www.nvwa.nl/documenten/plant/plantziekte-en-plaag/plaag/overige-soorten/korte-risicobeoordeling-popillia-japonica-newman
- https://www.favv-afsca.be/professionelen/plantaardigeproductie/wetgeving/verordeningeu/fichestechnischerichtsnoeren/