‘Klauwen met geld’ een praktijkonderzoek naar klauwgezondheid bij runderen

Klauwproblemen kunnen bij melkvee worden aangewezen als één van de hoofdoorzaken voor een verminderd dierenwelzijn, verlaagde melkproductie, verminderde vruchtbaarheid, vroegtijdige afvoer en hogere diergezondheidskosten. Terwijl het grote impact heeft op de melkveesector, een gemiddeld Nederlands melkveebedrijf met 125 melkkoeien, kan het economische verlies oplopen tot wel €15.342,- per jaar. Toch is er de afgelopen 30 jaar weinig vooruitgang geboekt op dit gebied.  

Mortellaro, zoolzweren en defecten van de witte lijn 

Tweedejaarsstudenten van Aeres MBO Barneveld inventariseerde tijdens hun stage de meest voorkomende klauwproblemen op de melkveebedrijven. Studenten van Hogeschool Inholland hebben vervolgens deze gegevens geanalyseerd. Met behulp van deze analyse en extra literatuuronderzoek, enquêtes en studiebijeenkomsten kwamen zij tot de conclusie dat de meest voorkomende klauwproblemen op de Nederlandse melkveebedrijven Mortellaro, zoolzweren en defecten van de witte lijn zijn. Ook kwam naar voren dat veehouders nog niet afdoende gebruik maken van registratie (bijvoorbeeld met een programma als DigiKlauw) bij het zien van klauwproblemen. Meest genoemde oorzaak hiervoor is dat de registratiesystemen lastig te koppelen zijn aan bestaande managementsystemen. 

Mindset 

Studenten van Aeres HBO Dronten onderzochten aan de hand van een enquête, ingevuld door 30 deelnemers, hoe (toekomstige) veehouders kijken naar de klauwproblemen op hun bedrijf en in de sector. Zij focusten op de mindset en motivatie van de veehouder om klauwproblemen aan te pakken. Volgens de studenten vinden melkveehouders de tijd en arbeid die gepaard met het nemen van preventieve of curatieve maatregelen belangrijker dan financiële middelen de nodig zijn voor het nemen van deze maatregelen. Wanneer veehouders managementacties ondernemen verwachten zij van klauwbekappen, aanpassingen in voeding en huisvesting de meeste resultaten. Het merendeel van de deelnemers (59%) ziet ook daadwerkelijk verbetering als er actie wordt ondernomen. Advies op het gebied van klauwgezondheid wordt door deze onderzoeksgroep vooral gezocht bij de dierenarts (67%), gevolgd door de voedingsadviseur (50%) en de klauwbekapper (33%).

Waardevolle inzichten

De uitkomsten van dit onderzoek bieden waardevolle inzichten die vertaald kunnen worden voor het onderwijs (mbo- en hbo). Zo is er een factsheet samengesteld die gebruikt zal worden in het onderwijs. Daarnaast dienen de resultaten als input voor het opzetten van nieuwe studiegroepen onder leiding van het HEC en vervolgprojecten om de klauwgezondheid in Nederland te verbeteren.

Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)