200 jaar waterbeheer van de Dinkel
Eeuwenlang heeft de mens het Nederlandse landschap veranderd. Het land wordt ontwaterd, geschikt gemaakt voor wonen, werken en landbouw. Het systeem van watergangen veranderde voortdurend. Ze speelden aanvankelijk een belangrijke rol in de infrastructuur of ontwatering. Nu, in 2015, is er meer aandacht voor integraal waterbeheer. Watergangen worden op een natuurlijke wijze opnieuw ingericht. Inspelend op klimaatverandering worden watersystemen geschikt gemaakt voor waterberging.
Transitieperioden
In een historisch-geografische studie verkent studente Mandy van Kouwen welke transities hebben plaatsgevonden in het stroomgebied van de Dinkel in Twente tussen 1815 en 2015. In haar scriptie onderscheidt ze vijf transitieperioden:
- In de eerste periode, van 1815 tot 1845, is er geen beheerplan. Het is de periode van de ontbinding van markegenootschappen. De rivier was nog verwilderd en zet soms land onder water. Er is behoefte aan een betere afwatering. De mens treedt op als ‘manipulator’, als heerser over de natuur. Zo worden elders scheepvaartkanalen aangelegd.
- Ook in de tweede periode, van 1845 tot 1900, treedt de mens nog als manipulator op. In de tijd worden de eerste waterbeheerplannen gemaakt.
- In de periode van de eeuwwisseling tot 1941 vinden grote verbetertechnieken plaats. Er is een toenemende vraag naar goede landbouwgrond, kunstmest wordt geïntroduceerd in de landbouw en er is grote werkloosheid in de jaren dertig. Tussen 1934 en 1936 wordt het Dinkelkanaal gegraven voor betere waterafvoer. De mens realiseert zich dat hij afhankelijk is van de natuur.
- In de vierde transitieperiode, van 1941 tot 1980, vinden ruilverkavelingsprojecten plaats. Tegelijkertijd wordt het waterschap beter georganiseerd. Er is een groeiende aandacht voor de kwaliteit van het water, maar aandacht voor natuur en landschap spelen bij het beheer nog nauwelijks een rol.
- Tijdens de laatste periode, sinds 1980, is er meer aandacht voor integraal waterbeheer. De Dinkel wordt, waar mogelijk, op meer natuurlijke manier ingericht. De mens treedt op als conservator.
Deze kennis van historisch waterbeheer is waardevol, zo denkt Van Kouwen, omdat het kan worden ingezet voor een beter en duurzamer beheer.
(Bron foto: Wikimedia)