5 beheertips uit de brochure droge dooradering
Onderwerp
Biodiverse landschapselementen
Interessant voor
Landschaps-beheerders
Er zit veel waarde in het hoge groen van je perceelranden. Niet alleen voor het zicht zijn deze landschapselementen zo kenmerkend, ook de biodiversiteit in het landschap is voor een groot deel te danken aan de beschutting, voeding en corridor-functie die het groen biedt. Redenen genoeg om goed zorg te dragen voor deze ‘droge dooradering’. Maar hoe doe je dat effectief? De brochure van Kennisnetwerk OBN zet de beste beheertips voor je op een rij.
Droge Dooradering
Het cultuurlandschap is doorweven met een netwerk van landschapselementen, dat in de regeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) wordt aangeduid als het leefgebied ‘droge dooradering’. Deze landschapselementen zijn niet alleen beeldbepalend, maar bieden ook onderdak aan tal van vlinders, bijen, vogels en andere dieren. Daarnaast vormen ze een verbinding tussen natuurgebieden en deelpopulaties.
5 aanbevelingen
- Zorg voor een dichte en aaneengesloten kruid-, struik- en boomlaag.
- Zorg ook voor open stukken met korte vegetatie.
- Zorg voor rijke bloeiende en besdragende struiken, met voedsel voor verschillende diersoorten in zomer en winter. Vlinders, bijen en andere insecten die op de bloeiende struiken afkomen, vormen weer voedsel voor vogels, amfibieën, reptielen en kleine zoogdieren.
- Laat overstaanders staan bij eindkap, bijvoorbeeld om de 25 meter, niet alleen oudere bomen maar ook bloeiende struiken als meidoorn en sleedoorn.
- Laat de begroeiing zoveel mogelijk ongemoeid. Dit biedt dekking en overwinterings-mogelijkheden aan veel soorten. Als beheer nodig is, doe dat dan gefaseerd. Spreid het beheer in de ruimte, in overleg met het collectief.
De brochure
Naast algemene tips zijn er tal van specifieke voorbeelden en praktische uitwerkingen te vinden in de 36 pagina’s tellende brochure. Naast puntsgewijze adviezen vind je in de brochure ook vier portretten van landschapsbeheerders.