Nieuws

Biostimulanten hulpmiddel bij gewasbescherming

Biostimulanten kunnen planten sterker of gezonder maken waardoor ze weerbaarder worden tegen plantbelagers. Maar biostimulanten zijn geen vervangers van gewasbeschermingsmiddelen.

Op 9 januari hield Brancheorganisatie Akkerbouw, samen met Artemis en Agrodis, in Nijkerk een symposium over biostimulanten in de akkerbouw. Tijdens het symposium werd gesproken over de regelgeving omtrent de toelating van biostimulanten, over de werking van verschillende productgroepen en de toepassing van biostimulanten in de praktijk. Een artikel in vakblad Gewasbescherming besteedt aandacht aan deze bijeenkomst.

Biostimulanten

Vraagstukken op het gebied van bodemgezondheid en biodiversiteit worden actueler voor akkerbouwers. Daarnaast zorgt een krimpend pakket beschikbare gewasbeschermingsmiddelen ervoor dat akkerbouwers zoeken naar mogelijkheden om de teelt te verduurzamen. De ambitie van Brancheorganisatie Akkerbouw is om in 2030 als sector koploper te zijn in duurzame teeltmethoden. Het Actieplan Plantgezondheid van BO Akkerbouw moet praktische handvatten bieden. Biostimulanten kunnen daarin een belangrijke rol spelen.

Biostimulanten zijn stoffen die kunnen zorgen dat de weerbaarheid van planten verbetert. Veel biostimulanten kun je bovengronds of ondergronds toepassen. Ze zorgen dat planten de nutriënten efficiënter gebruiken, beter bestand zijn tegen stress of dat de beschikbaarheid van voedingsstoffen in de bodem verbetert. Er zijn heel veel biostimulanten die worden aangeboden als biofertilizer of mycorrhiza. Zelfstandig adviseur Aad Termorshuizen zegt in het artikel in Gewasbescherming dat er sprake is van een wild-westmarkt zonder regulering. Hij gaat in het artikel dieper in op de werking en regelgeving omtrent de biostimulanten.

Meststoffenverordening

In de EU-meststoffenverordening wordt onderscheid gemaakt tussen microbiële biostimulantenen niet-microbiële biostimulanten. De microbiële biostimulanten zijn schimmels of bacteriën, zoals de mycorrhizaschimmels of Rhizobium-bacteriën. De niet-microbiële biostimulanten zijn bijvoorbeeld plantenextracten uit algen en zeewier of humusverbindingen. Daarnaast zijn er ook andere producten als bodemverbeteraar zoals meststof, kalkmeststof, bodemverbeteraar, groeimedium, remmers en mengsels. De meststoffenverordening omschrijft bodemverbeteraars als middelen die de fysische, chemische of biologische eigenschappen van de bodem helpen te handhaven, verbeteren of beschermen. Soms zijn bodemverbeteraars qua werking overlappend met de biostimulanten.

De EU-meststoffenverordening - die sinds juli 2019 van kracht is en volledig in werking treedt met ingang van juli 2022 - laat alleen een kleine groep biostimulanten met CE-keurmerk toe. Die biostimulanten worden niet beschouwd als gewasbeschermingsmiddelen. Als ze wel een gewasbeschermend effect hebben, omdat ze ziekten of plagen onderdrukken, dan moeten ze ook als zodanig worden toegelaten. Maar het is wel ingewikkeld, aldus Termorshuizen. Zo kunnen sommige stammen van de Trichoderma-schimmel een groeistimulerende effect hebben, maar ze kunnen ook een remmende werking hebben op bodempathogenen.

Gewasbescherming

Termorshuizen vindt dat je biostimulanten niet als nieuwe strohalm moet aangrijpen. Ze kunnen gewasbeschermingsmiddelen niet vervangen. Door toepassing van biostimulanten kunnen planten sterker of gezonder worden en daardoor weerbaarder worden tegen plantbelagers. Op deze manier kunnen ze een steentje bijdragen aan minder aantasting door plantenbelagers, maar ze kunnen ziekten en plagen niet voorkomen. Je kunt ze als hulpmiddel gebruiken in combinatie met andere strategieën zoals het maximaal gebruik van resistente of tolerante rassen, een ruime en goede vruchtwisseling en de toepassing van juiste bemesting en grondbewerking.

(Bron foto: Roman Synkevych via Unsplash)