Nieuws

Hoe zit het met vlees eten?

We moeten anders gaan eten om onszelf gezond en de wereld leefbaar te houden. Belangrijk is daarbij om minder vlees te gaan eten. De vraag is hoe je de omgeving zo kunt inrichten dat mensen een gezondere keuze maken. Onderzoekers houden zich bezig met de eiwittransitie, wat betekent dat ze kijken naar de overgang naar meer plantaardige eiwitten.

Het voedsel, en als onderdeel daarvan de hoeveelheid eiwitten, is oneerlijk verdeeld in de wereld. In het Westen eten mensen over het algemeen teveel eiwit terwijl in Derde Wereldlanden er een tekort is aan eiwitten, zo is te lezen in het artikel 'De wereld is te klein voor een vleesrijk dieet' dat in Wageningen World verscheen. Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen. Zowel een tekort als een overschot aan dierlijke eiwitten brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. De FAO voorspelt een verdubbeling van de wereldwijde vleesconsumptie in 2050. Dit wordt veroorzaakt door de wereldwijde bevolkingsgroei en doordat mensen meer te besteden hebben. Als het inkomen stijgt, stijgt ook de vleesconsumptie.

Ook wordt het mileu zwaar belast. Veeteelt zorgt voor uitstoot van broeikasgassen die bijdragen aan klimaatverandering. En de dieren moeten eten, waarvoor veel land nodig is. 70% van de landbouwgrond wordt gebruikt voor veeteelt, meer dan de helft daarvan wordt gebruikt voor het verbouwen van veevoer. Er is twintig kilo plantaardig materiaal nodig om een kilo rundvlees te maken.

Vleesconsumptie Nederland

Vlees is pas sinds de jaren vijfig relatief goedkoop. De vleesconsumptie is in Nederland dertig procent te hoog. Met alle vegetarische initiatieven zou je het niet verwachten, maar de laatste dertig jaar zijn de productie en verkoop van vlees vrijwel stabiel gebleven. Waarschijnlijk blijft de brede middengroep eten wat ze altijd at. De eiwitten uit ons eten zijn voor 60% dierlijke eiwitten. Dit zouden meer plantaardige eiwitten moeten worden.

Eiwittransitie

Eiwittransitie dus de overgang van minder dierlijke naar meer plantaardige eiwitten, is complex. Er is niet één hoofdoplossing. Dit alleen al omdat er wereldwijd grote verschillen zitten in bijvoorbeeld het soort gewas wat er gekweekt kan worden. Onderzoekers duiken in dit onderwerp vanuit verschillende invalshoeken. Technologen doen onderzoek naar vleesvervangers en sociale wetenschappers kijken of deze producten kunnen aanslaan bij consumenten.

De eiwittransitie houdt niet in dat iedereen vegetariër moet worden. Minder vlees eten en meer peulvruchten, zoals kikkererwten of linzen, zou ook al veel schelen. Maar vleesliefhebbers zullen dit liever anders zien. Zij zullen een mentaliteitsverandering moeten doormaken. Goede vleesvervangers (technologie) en het juiste imago (mentaliteit) is belangrijk in de eiwittransitie. Kleine aanpassingen zijn eenvoudiger dan een grote verschuiving in het eetpatroon. Het is zaak om kleine stappen te maken. Dus een beetje meer groenten of vleesvervangers en iets minder vlees.

Bij de eiwittansitie moet ook aandacht besteed worden aan de productiekant: de vleessector zal moeten bewegen. Het meest duurzame scenario is als de veeteelt alleen maar afval zou eten wat ontstaat bij de productie van voedsel, en biomassa, zoals hooi, dat mensen niet eten. Dit is zelfs een duurzamer scenario dan een wereld waarin iedereen vegetariër is.

(Bron foto: Shutterstock)

Dossiers

(3)