Meer bos en meer hout
Er is geen echt bosbeleid, vindt Geert van Duinhoven. Hij schrijft dat in het artikel 'Waar is het bosbeleid gebleven?'. Het laatste beleidsplan stamt uit 1984 toen de overheid met het 'Meerjarenplan Bosbouw' een drastische verhoging van de binnenlandse houtproductie bepleitte. Het bosareaal moest uitgebreid worden. Het streven was de zelfvoorzieningsgraad voor hout op te voeren van 10% naar 25% in 2030. Maar houtproductie schoof daarna snel naar de achtergrond.
Meer houtproductie
Met de nieuwe wet Natuurbescherming is beleid vooral gericht op ecologisch beheer, natuurwaarden en minder gericht op houtproductie. Boseigenaren, bosbeheerders en de houtverwerkende industrie volgen deze ontwikkeling kritisch. Ze hebben elkaar opgezocht en een plan gemaakt. In het 'Actieplan Bos en Hout' dat zij op 26 oktober presenteerden tijdens de Nederlandse Klimaattop, bepleiten ze een toename van de Nederlandse houtproductie door uitbreiding van het bosareaal. De opstellers van dat plan willen de komende drie decennia 100.000 hectare nieuw bos in Nederland creëren.
Meer bos
Het bosbeleid is een van de vele onderwerpen die Vakblad Natuur Bos en Landschap in september in het themanummer Bos onder de loep neemt. Andere artikelen gaan in op de historische ontwikkelingen van het bos, de ontwikkeling van bosbouw naar bosbeheer en biodiversiteit in het bos.
In Nederland vind je momenteel veel meer bos dan een paar eeuwen terug, zo blijkt uit het artikel 'Nederlands bos(beheer): al 250 jaar in ontwikkeling'. Aan het begin van de Middeleeuwen waren onze streken nog relatief bosrijk. Vanaf de late Middeleeuwen nam het areaal bos snel af. Rond 1750 was het dieptepunt. Toen was er zo'n 100.000 hectare bos, ongeveer 3% van het oppervlak.
Na de opheffing van de marken, de invoering van de Markewet in 1886, de oprichting van de Nederlandse Heidemaatschappij in 1888 en Staatsbosbeheer in 1899 werden veel nieuwe bossen aangelegd. Het ging toen om bebossing van woeste gronden en duinen, vaak met grove den. Later werden ook polderbossen aangelegd, en vanaf de jaren zestig zie je dat ook recreatiebossen werden aangelegd. Rond 1910 was er rond 1910 260.222 hectare bos (8% van het oppervlak) en nu is dat 373.480 hectare (11%).
Bosfuncties
De functie van het bos is veranderd. Tot in de jaren zeventig was bosbeheer vooral gericht op houtproductie. Andere bosfuncties waren minder belangrijk. Toch was er al veel eerder belangstelling voor meer natuurlijk bosbeheer, blijkt uit het artikel over de Koninklijke Nederlandse Bosbouwvereniging (KNBV). Zo pleitte houtvester van Schermbeek al eind 19e eeuw voor natuurlijker bosbeheer. En in de jaren zeventig vroeg Stichting 'Kritisch bosbeheer' meer aandacht voor natuurwaarden in het bos. Het beheer veranderde daardoor.
Naast bossen voor houtproductie - die zijn er nog steeds - vervullen bossen in toenemende mate andere functies. Bossen hebben een recreatieve of landschappelijke functie of ze vervullen een rol in behoud van biodiversiteit. Er is niet een type bos, zo is te lezen in het artikel 'Waarheen met het Nederlandse bos?'. In dat artikel worden 16 typen bos onderscheiden.
In West-Nederland werden vanaf de jaren zeven recreatiebossen aangelegd. Tijdens ruilverkaveling werden kleine landschapsbosjes aangelegd die een ecologische en landschappelijke functie vervullen in het agrarisch landschap. Driekwart van de bossen groeien op de hogere zandgronden. De bossen op de arme zandgronden, veelal productiebossen met veel grove den, hebben te maken met problemen door verzuring en de hoge stikstofbelasting.
(Bron foto: Thinkstock)