Nieuws

Nederland profiteert van Europese kennisimpuls biologische landbouw

Meisje met watermeloen - JillWellington via Pixabay
Bron foto: JillWellington (Pixabay License)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Europese samenwerking
  • Interessant voor
    Biologische sector
Bekijk de bronnen
Internationaal onderzoek levert praktische kennis op voor innovatie op het boerenerf. Daarom is LNV betrokken bij meerdere zogenaamde ERA-Netten, waarin nationale en Europese onderzoeksgelden worden gebundeld. CORE Organic is een mooi voorbeeld van zo’n netwerk, waardoor de afgelopen 15 jaar 45 projecten zijn uitgevoerd ten behoeve van de biologische landbouw. Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding, is al jaren partner in dit ERA-Net.

Een nieuwe impuls voor kennis over biologische landbouw

Vanuit het ministerie van LNV kwam ongeveer 9 jaar geleden de vraag of Bionext namens de biologische sector wil meedraaien in het ERA-Net CORE Organic. Achteraf bleek dat het ministerie hierin een voorloper was, omdat er tot op dat moment alleen overheden aan tafel zaten. Voor Bionext was het een uitgesproken kans omdat er niet veel onderzoeksmogelijkheden meer waren specifiek voor de biologische landbouw. Marian Blom: “Bionext heeft heel actief meegeschreven aan de teksten voor verschillende calls CORE Organic.  Dit werd door het netwerk als positief ervaren. Bionext heeft goede kennis van de sector en weet als geen ander welke problemen er leven.”

Bron foto: Ben Kubbinga (© Ben Kubbinga)

“Voor Nederland is het belangrijk om in een internationaal netwerk te zitten omdat het buitenland juist voor de biologische landbouw veel te bieden heeft. Buiten Nederland wordt veel goed onderzoek gedaan.” zegt Jan van Esch. “Daarnaast is de afstemming tussen landen belangrijk omdat wetgeving vanuit Brussel plaatsvindt.”

Meer impact dankzij kennis uit heel Europa

“Uiteraard wordt er gemonitord hoeveel wetenschappelijke artikelen er zijn verschenen en hoe vaak deze publicaties geciteerd worden. Maar dat is niet echt impact,” legt Marian uit. “Het is erg belangrijk dat al tijdens de projecten kennis wordt verspreid binnen de sector. Communicatie is daarom ook een belangrijk onderdeel bij het beoordelen van de voorstellen.” Ook tijdens de projecten kijkt Marian toe of er voldoende wordt gecommuniceerd met de boeren. Ze voegt hier aan toe: “Het is belangrijk dat onderzoekers de ruimte krijgen op vakbeurzen, zoals de Biobeurs, om daar hun onderzoeksresultaten te presenteren. Dit is dé plek waar partijen uit de gehele keten, inclusief de eindgebruiker, bij elkaar komen om kennis uit te wisselen. Ook studenten komen naar dit soort beurzen.”

Jan: “Het is belangrijk om de doelgroep goed te snappen; hoe willen zij communiceren, wat voor informatie hebben zij behoefte aan. Kennis dissemineren tijdens de juiste bijeenkomsten is cruciaal.” Marian voegt hieraan toe:  “Het zou goed zijn als de onderzoeksresultaten van CORE Organic niet alleen worden gedeeld in de deelnemende landen, maar ook naar die landen die geen onderdeel waren van het project. Dat is nog wel een verbeterpunt.”.

Daarnaast leiden dit soort projecten volgens Jan ook regelmatig tot deelname aan andere projecten. “Je kunt dit soort ERA-netten zien als een netwerk van kennis en mensen die elkaar snel kunnen vinden. Dat is een meerwaarde op zich.”

Bron foto: Ben Kubbinga (© Ben Kubbinga)

Verbinding met GLB moet beter 

De afgelopen jaren er is veel kennis opgedaan op het gebied van bodem en groenbemesters, pluimvee uitloop en biggen sterfte. Allemaal praktische kennis die relevant is voor de ontwikkeling van biologische bedrijven. Marian: “De koppeling tussen onderzoek en de praktijk is erg belangrijk. Praktijknetwerken zoals CORE Organic projecten zijn hierbij een belangrijk instrument.” Jan: “Dat is waar, maar voor een grotere impact moet de verbinding tussen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en ERA-netten worden versterkt. Vanuit het nieuwe GLB zal hiervoor geld beschikbaar worden gesteld.”

Behoefte aan nieuwe kennis blijft

De kennis die wordt opgedaan binnen de biologische landbouw kan ook nuttig zijn voor de gangbare landbouw. Bijvoorbeeld voor niet-biologische boeren die bijvoorbeeld iets willen op het gebied van kringlooplandbouw en het minder gebruik maken van gewasbeschermingsmiddelen met behulp van onkruidrobots. “De biologische landbouw kan worden gezien als ‘extreme testcase’”, zegt Marian, “daar waar in gangbare landbouwsystemen terug gegrepen kan worden op bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, kan dat niet bij biologische boeren.”

Marian: “Toch blijft er na 15 jaar nog steeds behoefte aan nieuwe kennis. Bedrijfssystemen ontwikkelen zich, denk maar ook strokenteelt en agroforestry en duiken er continue nieuwe problemen op zoals onbekende ziekten en behoeften vanuit de gehele keten inclusief de consument. Hierbij kun je denken aan het afmesten van tot nu toe overbodige haantjes.” “Ook de nieuwe biologische EU-verordening is een aanleiding voor andere kennisvragen” voegt Jan toe.

Dit is een artikel in de serie OOG VOOR KENNIS, geschreven door Saske Hoving (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Wil je meer weten over CORE Organic, ERA-Netten of internationaal onderzoek? Neem dan contact op met Sascha Bollerman