Pleidooi voor nationaal akkoord vitaal platteland
Het nieuwe kabinet moet een plan maken voor een breed gedragen nationaal ruimte- en landbouwakkoord waarin gezonde bodems, een gevarieerd landschap en biodiversiteit voorop staan. En er moet jaarlijks € 1,5 tot 2 miljard uitgetrokken worden voor de landbouwtransitie. Want het is tijd voor een omslag in denken over landbouw, zegt oud landbouwminister Cees Veerman op 31 maart in een artikel in de Volkskrant.
Veerman is woordvoerder van de Transitie Coalitie Voedsel, een brede coalitie van wetenschappers, bestuurders, boeren, mensen uit het bedrijfsleven en 29 bedrijven en organisaties, waaronder Rabobank, Cosun, Friesland Campina. Om het pleidooi kracht bij te zetten, komt de coalitie met zeven aanbevelingen voor de grote knelpunten op gebied van landbouw, natuur en economie.
Landrinrichting
Een van die aanbevelingen is gericht op een andere inrichting van de ruimte: landinrichting 3.0. Bodemgezondheid, biodiversiteit, water en landschap moeten leidende uitgangspunten zijn voor zowel landbouw en natuur als voor andere ruimtegebruikers zoals woningbouw, energie en bedrijfsleven. Dat is nodig omdat zich er nu een strijd afspeelt om de schaarse ruimte voor landbouw, woningbouw, zonneparken en natuur. Daarom zou er ook een coördinerend ministerie voor beleid op het brede gebied van Ruimte, Landbouw en Natuur moeten komen. Daarnaast pleit de coalitie voor een Landschapscommissaris en een goed toegeruste uitvoeringsorganisatie.
Nationaal akkoord
Belangrijkste aanbeveling is dat er een Nationaal akkoord moet komen: een plan voor een breed gedragen nationaal akkoord dat aansluit bij de EU Green Deal. Daarin moeten vastgelegde doelen worden opgenomen op het gebied van klimaat, biodiversiteit, lucht (stikstof), bodemgezondheid, water en landschap. Maximale landbouwproductie is geen doel op zichzelf. Het akkoord gaat ook over maatschappelijke diensten die boeren leveren zoals als het beheer van natuur en landschap en behoud van biodiversiteit. Boeren moeten beloond kunnen worden voor maatschappelijke diensten zodat je verdienmodellen kunt ontwikkelen.
(Bron foto: Wageningen UR - Fred van Welie)