Nieuws

Stikstofproblematiek harder aangepakt, vraagtekens over positie veehouderij

Cows (Holstein Friesians, Bos Taurus) grazing in a beautiful green meadow under a blue sky in spring in the Netherlands - Dennis van de Water via shutterstock
Bron foto: Dennis van de Water, Shutterstock (Shutterstock license)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Regeerakkoord
  • Interessant voor
    Veehouders
Bekijk de bronnen
De landbouwparagraaf in het coalitieakkoord roept gemengde reacties op, zowel in de politiek als binnen de sector. Met het stikstoffonds achter de hand gaat het kabinet miljarden investeren in de ‘transitie van de land- en tuinbouw’, maar de positie van de veehouderij blijft onduidelijk.

Vooral de ambitie om de stikstofreductie te versnellen, blijkt een heet hangijzer. In de huidige stikstofwet, die op 1 juli 2021 van kracht is gegaan, staat dat in 2035 driekwart van het areaal van de stikstofgevoelige natuur in beschermde Natura 2000-gebieden een gezond stikstofniveau moet hebben. Het nieuwe kabinet wil dat vijf jaar eerder realiseren. ‘Dit is onrealistisch en vraagt het onmogelijke van de beperkte uitvoercapaciteit van de overheid’, reageert LTO-voorman Sjaak van der Tak.

Volgens de boerenorganisatie maakt het kabinet binnen het stikstoffonds terecht miljarden vrij om boeren en tuinders te ondersteunen in de verdere verduurzaming van de sector. ‘De verdeling tussen gelden voor stoppers enerzijds en die voor innovatie anderzijds moet echter beter. Het is tekenend dat de kosten voor ‘uitvoer van beleid’ met 1,7 miljard hoger zijn dan die voor innovatie van stalsystemen (1 miljard)’, vindt Van der Tak.

Omvang veestapel

Tegelijkertijd telt LTO zijn zegeningen. ‘Er komt geen van bovenaf opgelegde zonering zoals sommige onzalige adviezen voorstelden. Er komt geen massale onteigening. Er komt geen halvering van de veestapel’, somt Van der Tak.

Dat is ook de oppostiepartijen opgevallen. De Partij voor de Dieren noemt ‘de krimp van de veestapel opnieuw het grote taboe in het regeerakkoord’. ‘Rutte IV durft niet te kiezen voor veel minder dieren en zadelt Nederland op met peperdure non-oplossingen. Miljarden voor het verpláátsen van de stikstofcrisis. Van Gelderland naar Flevoland, van Brabant naar Noord-Nederland.’

GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet is positief-kritisch over het coalitieakkoord, maar verbaasd dat de omvang van de veestapel niet benoemd wordt. 'Het kan twee dingen betekenen. Of we gaan weer doormodderen zoals in de afgelopen vier jaar of deze partijen zijn niet eerlijk richting boeren’, zegt Bromet. ‘Het laatste zou heel kwalijk zijn.'

Gebiedsgerichte aanpak

Tijdens de formatie hebben verschillende onderzoeksinstituten de effecten van een eventuele krimp van de veestapel berekend. Het RIVM becijferde in opdracht van het demissionaire kabinet dat het zo’n 15 tot 39 procent effectiever is om de stikstofuitstoot gerichter aan te pakken dan de uitstoot van elk landbouwbedrijf in Nederland te verminderen. Hoe dichter een landbouwbedrijf bij een natuurgebied ligt, hoe groter het effect op de depositie in dat gebied is, concluderen de rekenmeesters.

Dat heeft zich in ambtelijke kringen vertaald naar een gebiedsgerichte aanpak, oftewel de ‘ABCD-benadering’. Het land is daarmee in zones verdeeld waar wel, geen of beperkte mogelijkheden zijn voor de land- en tuinbouw. Of deze zonering er gaat komen, is uit het regeerakkoord lastig op te maken. ‘In gebieden waar de opgave tot emissiereductie en natuurherstel dermate groot is dat vrijwilligheid niet langer vrijblijvendheid betekent, gaan we op het boerenerf het gesprek aan om samen te zoeken naar de mogelijkheden’, schrijven de coalitiepartijen

Beleidsroutes

Het demissionaire kabinet heeft vooruitlopend op de nieuwe kabinetsperiode het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd zich over twee verschillende beleidsroutes te buigen. Ruim een maand voor de presentatie van het regeerakkkoord -op 9 november- is de Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer in een technische briefing van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bijgepraat.

Wat op dat moment voorligt zijn twee varianten van beleid om de stikstofproblematiek verder aan te pakken. In beide scenario’s krimpt de Nederlandse veestapel met tientallen procenten. Onderzoekers spreken over variant A waarbij vooral de melkveehouderij moet wijken. De varkenshouderij en de pluimveesector krimpen iets minder dan in de huidige structurele aanpak stikstof tot 2030. Maar in variant B gaat het mes in alle sectoren en verdwijnt ook ruim de helft van het aantal kippen en ruim veertig procent van de varkens via opkoopregelingen. In het regeerakkoord wordt niet over deze varianten gerept.

Grondgebonden melkveehouderij

Het nieuwe kabinet wil de transitie naar kringlooplandbouw een duwtje in de rug geven, waarbij ‘natuur en landbouw meer in balans moeten komen’. De focus komt op de inzet van reststromen in veevoer, vervanging van kunstmest door organische mest en een grondgebonden melkveehouderij om kringlopen te sluiten.

De beschikbaarheid van landbouwgrond wordt een belangrijke sleutel in het toekomstige landbouwbeleid. Met een grondbank wil de coalitie de instap voor jonge boeren makkelijker maken. Vrijkomende grond kan ook beschikbaar komen voor het extensiveren, omvormen en verplaatsen van boerenbedrijven. In het regeerakkoord staat ook de term landschapsgrond, een tussenvorm van natuur- en landbouwgrond. Met ‘langjarige overeenkomsten en een passende vergoeding’ wil het nieuwe kabinet de mogelijkheden van (agrarisch-)natuur en landschapsbeheer vergroten.

Nieuwe verdienmodellen

Vooral voor boeren die dicht bij Natura 2000-gebieden zitten kan landschapsgrond ‘nieuwe verdienmodellen’ opleveren, denkt Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA). 'Hierdoor zullen boeren Natura 2000 misschien niet meer als een bedreiging zien, maar als een aanvulling op hun verdienmodel. Door zo'n bufferzone aan te wijzen, geven we echt een andere entiteit aan die grond. Daardoor wordt niet iedere keer die salamitactiek toegepast waarmee het natuurareaal nog groter wordt ten koste van landbouwgrond.’

Volgens de CDA'er is het doel van het nieuwe kabinet niet om boeren rondom Natura 2000-gebieden weg te krijgen, maar om te kijken hoe ze daar op een andere manier kunnen boeren.

Dierwaardige veehouderij

Ook gaat het nieuwe kabinet meer werk maken van dierenwelzijn. In navolging van het advies van de Raad voor Dieraangelegenheden in 2020 komt er een convenant over de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij. ‘Dit convenant vormt de basis van wetgeving die de komende kabinetsperiode in werking treedt voor een dierwaardige veehouderij in balans met de volksgezondheid’, staat in het coalitieakkoord.

Oppostiepartij BBB reageert op haar website als door een wesp gestoken: ‘Oh ja, het akkoord praat over “..de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij.” Dit is een regelrechte schoffering van onze veehouders die bij de wereldtop op het gebied van dierenwelzijn behoren. Blijkbaar hebben de coalitiepartijen geen specialisten met kennis van de landbouw meer in hun gelederen. We geven ze graag adviezen op dit gebied.’