Nieuws

Vijf vragen over: de Afrekenbare Stoffenbalans

Koeien in de wei - Elsemargriet via Pixabay
Bron foto: Elsemargriet, Pixabay (Pixabay licence)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Doelvoorschriften nitraat
  • Interessant voor
    Melkveehouders
Bekijk de bronnen
Het terugdringen van de uitstoot van stikstof, fosfaat en koolstof zet melkveehouders voor grote opgaven. Een van de adviezen is om een Afrekenbare Stoffenbalans in te voeren. Zo kunnen milieudoelen worden opgesteld én krijgen veehouders de mogelijkheden om de bedrijfsvoering daarop aan te passen. Maar de praktijk blijkt weerbarstig, laat landbouwminister Staghouwer doorschemeren. Vijf vragen en antwoorden.

1. Wat betekent een Afrekenbare Stoffenbalans?

Het in kaart brengen van de mineralenstromen van en naar de boerderij. Of het nu gaat over de kunstmest en krachtvoer dat het bedrijf binnenkomt of het vlees, de melk en de mest die het bedrijf verlaat. Op basis van al deze gegevens kunnen de milieuprestaties van een individuele boerenbedrijf vergeleken worden met de voor de melkveehouderij geldende normen en regels. De laatste stap is om het boerenbedrijf af te rekenen op het resultaat; het verschil tussen aan- en afvoer.

2. Is het zo eenvoudig?

Nee, zeker niet. Het verschil tussen aan- en afvoer zegt bijvoorbeeld weinig over de gasvormige emissies. Als het gaat over stikstof is dat bij melkveebedrijven vooral in de vorm van ammoniak afkomstig van mest. Daarnaast zijn broeikasgassen als methaan en lachgas lastig in kaart te brengen. Daarom zijn volgens onderzoekers aanvullende berekeningen nodig aan de hand van interne stofstromen, zoals de ruwvoerwinning of beweiding van koeien.

3. Waarom zet het ministerie van LNV graag in op een Afrekenbare Stoffenbalans?

Het is een van de adviezen uit het stikstofrapport van de commissie-Remkes en het is een breed gedeelde wens vanuit de Tweede Kamer. Ook de landbouwsector ziet meer soelaas in doelen dan in regels. Het instrument past volgens het ministerie binnen de LNV-visie ‘Waardevol en verbonden’, waarin kringlooplandbouw centraal staat. Om de Afrekenbare Stoffenbalans te verkennen, heeft LNV opdracht gegeven tot een drietal studies.

4. Wat blijkt uit dat recente onderzoek?

Voor een volledige Afrekenbare Stoffenbalans (ABS) voor mest-, stikstof- en klimaatbeleid op bedrijfsniveau zijn zeer veel bedrijfsspecifieke gegevens nodig. Over de structuur van het bedrijf en over managementkeuzes: van grondsoort, oppervlakte, het staltype en aantal dieren tot rantsoensamenstelling, graslandmanagement en bemesting.

Veel gegevens van melkveehouders zijn vastgelegd in de Centrale Database, waarop de Kringloopwijzer voor melkveebedrijven is gebaseerd. Ze zouden bruikbaar zijn voor een ASB, maar bijvoorbeeld het stikstofoverschot vertalen naar nitraatverliezen naar het grond- en oppervlaktewater blijkt lastig te controleren en te handhaven. Daar komt bij dat deze data in eigendom is van de zuivelsector.

Een ander spoor heeft CLM Onderzoek en Advies bewandeld om met name nieuwe systemen onder de loep te nemen en out-of-the-box-oplossingen op te diepen. CLM heeft veel ideeën verkend; van stikstofheffing en stofstatiegeld tot certificering van emissies. De conclusie is dat het in de praktijk moeilijk zal zijn een integraal doelgericht, afrekenbaar instrument voor stikstof, mest en klimaat op te zetten.

De onderzoekers wijzen er ook op dat stoffen uiteenlopende effecten hebben op water, bodem en lucht en dat nitraat vooral een lokaal effect heeft, ammoniak een regionaal effect en bijvoorbeeld methaan mondiale gevolgen heeft. Daarnaast houden doelvoorschriften geen rekening met externe factoren, zoals weersinvloeden.

Het onderzoeksbureau waarschuwt dat een Afrekenbare Stoffenbalans waarschijnlijk voor extra regelgeving zorgt. De onderzoekers verwachten bovendien weinig draagvlak vanuit de sector voor afrekeninstrumenten die de regeldruk eerder verzwaren dan verlichten.

In een derde studie van Wageningen Livestock Research is gekeken naar vergelijkbare instrumenten in het buitenland. Zo heeft Duitsland de Stoffstrombilanzverordnung, die volgens onderzoekers lijkt op het vroegere Minas in Nederland. Het is gericht op het voldoen aan de Europese Nitraatrichtlijn en bij overschrijding van de norm moet de boer verplicht advies inwinnen.

Volgens de studie zijn doelvoorschriften in de landbouw in het buitenland schaars. Als ze er zijn, gaat het vaak om de problematiek van nitraatuitspoeling te beteugelen. Voor het in kaart brengen van de uitstoot van broeikasgassen zijn nog ‘geen in de praktijk functionerende voorbeelden gevonden’.

5. Hoe nu verder?

LNV-minister Henk Staghouwer ziet momenteel geen mogelijkheden voor een Afrekenbare Stoffenbalans met regulerende heffingen als het gaat om ammoniak en broeikasgassen. Hij wil zich wel inzetten voor een verdere uitwerking van het instrument, met name door de focus op het verbeteren van de datakwaliteit, zo schrijft hij in een Kamerbrief. De bewindsman wil in gesprek met de sector over de uitwerking van het instrument.

Bronnen

(5)