Aandacht voor organisatie rundveefokkerij
De Nederlandse melkveesector bestaat in 2015 uit bijna 18.000 melkveehouders, die gezamenlijk 1,6 miljoen melk- en kalfkoeien hebben en jaarlijks 12,7 miljard kg melk produceren. Naast melkveehouders zijn in de sector fokkerijbedrijven, toeleverende bedrijven en zuivelbedrijven actief. De exportwaarde van fokvee (koeien en vaarzen) was in 2014 ruim 100 miljoen euro. De exportwaarde van rundersperma was in 2014 22 miljoen euro. Raszuivere koeien zijn een exportproduct, zo meldt het onderzoeksrapport 'EU-regelgeving voor rundveefokkerij en de implementatie daarvan in Nederland'. Voor de internationale handel heeft de EU richtlijnen vastgesteld voor de manier waarop stamboekregistratie, onderzoek en fokwaardeschatting plaats vindt.
EU-regelgeving
De organisatie van het toezicht in Nederland is veranderd nadat in januari 2015 het Productschap voor Vee en Vlees is opgeheven. Het ministerie van EZ is verantwoordelijk terwijl het toezicht op de regelgeving nu is belegd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Omdat ook de regelgeving van de EU gaat veranderen - de richtlijnen worden herzien - heeft het ministerie van EZ aan Wageningen UR Livestock Research gevraagd een verkenning uit te voeren met als onderzoeksvraag: 'Sluit de huidige structuur en werkwijze aan bij de vernieuwde EU regelgeving?'. Het rapport verscheen dit jaar.
Fokkerijorganisatie
De opstellers van het rapport hebben een beschrijving gegeven van de organisatie van de Nederlandse rundveefokkerij. De organisatie wijkt af van andere EU-landen met een belangrijke melkveehouderijsector. In Nederland vertegenwoordigt CR-Delta 90% van de fokkers. Die organisatie, die met de Vlaamse VRV, samen de CRV BV (Coöperatie Rundveeverbetering) vormt, is ontstaan uit een fusie tussen coöperatieve KI-organisaties en een coöperatieve organisatie voor stamboekactiviteiten en melkcontrole.
De organisatie is erkend als fokkerijorganisatie en heeft een marktaandeel van meer dan 90% op het gebied van spermaverkoop. De organisatie voert zelf berekeningen van fokwaarden uit, maar reglementering van fokwaardenschatting en publicatie van fokwaarden van stieren is ondergebracht bij de Stichting GES (Genetische Evaluatie Stieren) die wordt bestuurd door organisaties van stiereigenaren.
De onderzoekers constateren dat de werkwijze op sommige punten niet past bij de voorgesteld EU-regelgeving. Zo is beschreven dat een stamboek het schatten en publiceren van fokwaarden wel mag uitbesteden, maar dat het stamboek altijd zelf de eindverantwoordelijkheid daarvoor houdt. Dat betekent dat GES een opdracht van de stamboeken moet krijgen. De relatie tussen GES en de stamboeken vraagt in verband met mogelijke belangenverstrengeling aandacht.
(Bron foto: Thinkstock)