Aangeleerd kribbebijten belangrijk gedrag voor paarden
Kribbebijten bij paarden
Kribbebijten is een vorm van stereotiep gedrag bij paarden waarbij het dier met de snijtanden op bijvoorbeeld voerbak, afrastering of staldeur bijt. Het gedrag komt voor bij tussen de 5 en 10% van de dieren en is voor een deel genetisch bepaald. Andere oorzaken voor dit gedrag kunnen zijn; gebrek aan sociaal contact, een te laag aandeel ruwvoer in het rantsoen en vroeg spenen. Ook pijn als gevolg van maagzweren, koliek of andere aandoeningen kan leiden tot dit gedrag. Kribbebijten leidt tot slijtage van de snijtanden. Kribbebijten kan ook leiden tot koliek en zenuwaandoeningen in het gelaat. Het gedrag kan onderdrukt worden door de paarden een halster voor dit doel om te doen of door bijvoorbeeld voorwerpen te verwijderen waarmee ze dit gedrag kunnen uiten. Het verhinderen van dit gedrag lijkt echter stress te veroorzaken.
Net zo graag eten als kribbebijten
In een experiment met 8 paarden die bekend stonden als kribbebijters werd de dieren de mogelijkheid geboden om door middel van het drukken op een plaat toegang te krijgen tot materiaal waarop ze konden bijten. Door dezelfde handeling konden ze ook toegang tot een muesli verkrijgen. De paarden bleken bereid net zo hard te werken voor de mogelijkheid om te kribbebijten als voor het voer. In een vervolgexperiment moesten de dieren een gewicht verplaatsen om bij het bijtobject te komen. Gemiddeld waren de dieren bereid hiervoor ruim 30 kilo te verplaatsen. Volgens de onderzoeker tonen de experimenten aan dat paarden zeer gemotiveerd om dit gedrag uit te voeren wanneer ze dit eenmaal hebben aangewend.
Belemmeren kribbebijten schadelijk voor dierenwelzijn
Onderzoeker Katherine Houpt stelt dat vanwege de schadelijke effecten voor de gezondheid van het paard, kribbebijten voorkomen moet worden. Omdat dieren echter erg gemotiveerd zijn voor het vertonen van dit gedrag is belemmeren geen goede optie, en moet dit sterk worden afgeraden. Vanuit dierenwelzijnsoogpunt zou er meer aandacht moeten komen voor het wegnemen van de motivatie om dit afwijkende gedrag te ontwikkelen.
(Bron foto: Dierenwelzijnsweb)