Nieuws

Aanpak vogelgriep krijgt vorm en inhoud

Groep van sandwich sterns, Sterna sandvicensis, in natuurgebied ten zuiden van Rotterdam, Nederland, TasfotoNL
Bron foto: TasfotoNL, iStock (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    vaccinatie, weidevogels
  • Interessant voor
    pluimveehouders, varkenshouders, terreinbeheerders, adviseurs, onderzoekers, beleidmakers, dierenartsen
Bekijk de bronnen
Stap voor stap komt een integrale aanpak van vogelgriep van de grond. Het gaat daarbij onder meer om het vaccineren van commercieel gehouden pluimvee. Daar worden op dit moment veldproeven voor gedaan. Een ander plan is om geen nieuwe pluimveehouderijen toe te laten in waterrijke risicogebieden. Daarnaast is een studie afgerond naar de bestrijding van het virus onder wilde vogels.

In het ‘Intensiveringsplan preventie vogelgriep’ staan zogenoemde ‘structuurmaatregelen’. Die moeten op de lange termijn het risico op en de impact van uitbraken van vogelgriep verkleinen. Vooral in waterrijke gebieden is een verhoogde kans op insleep van vogelgriep op commerciële pluimveebedrijven, afkomstig van wilde vogels. In het Nationaal Programma Landelijk Gebied staat het advies om in gebiedsplannen rekening te houden met deze risicogebieden. Het gaat met name om grote delen van de provincies Zuid- en Noord-Holland en Friesland, delen van Zeeland en Groningen, en de regio’s rond de grote rivieren. 

Het kabinet stuurt aan op een verbod op het starten van een pluimveebedrijf in pluimveedichte en waterrijke gebieden, en verkent de mogelijkheden voor een verbod op uitbreiding in die regio’s. Door de hoge concentratie van bedrijven in pluimveedichte gebieden, is de kans op verspreiding van het virus tussen bedrijven verhoogd. Daardoor neemt het risico op grootschalige uitbraken toe. 

Waterrijke gebieden

Een groep onderzoekers heeft gekeken naar een ‘juridisch houdbare en praktisch uitvoerbare’ definitie van waterrijke gebieden. Het gaat dan met name om gebieden met water in de vorm van sloten, vaarten en meren. Gebieden die bosrijk zijn, vormen juist een kleiner risico voor vogelgriepuitbraken.  

Onderzoekers hebben twee modellen ontwikkeld om een waterrijk risicogebied aan te wijzen. Een daarvan gaat uit van wateroppervlak in een straal van 500 meter rond een pluimveebedrijf. Het andere model combineert het wateroppervlak en het oppervlak aan bos en bomen in een straal van een halve kilometer rond een pluimveebedrijf. Het kabinet zal op basis van deze bevindingen ook rekening houden met de ‘proportionaliteit, praktische toepasbaarheid en uitvoerbaarheid voor de Rijksoverheid en decentrale overheden’, zo staat in een recente Kamerbrief

Voortdurende dreiging 

Nederland kampt sinds oktober 2021 met grote vogelgriepuitbraken. De virusvariant H5N1 gaat inmiddels continu rond onder wilde vogelpopulaties. Dit bedreigt voortdurend zowel wilde als commercieel gehouden dieren. Tientallen pluimveebedrijven moesten de afgelopen jaren geruimd worden, deels preventief. Hoewel vogelgriep te boek staat als zoönose, een ziekte die van dier op mens overdraagbaar is, wordt het risico voor mensen door deskundigen op dit moment als laag ingeschat. 

Na een relatief rustige zomer in 2023 leeft het virus weer op, zowel onder gehouden pluimvee als onder wilde vogels in heel Europa. Door de vondst van een nieuwe virusvariant is de verwachting dat het aantal besmettingen opnieuw gaat toenemen. Met maatregelen uit het intensiveringsplan wil het kabinet de risico’s op uitbraken van het vogelgriepvirus beperken. ‘Maar het is onmogelijk om de risico’s volledig weg te nemen’, zo staat in de Kamerbrief. 

Uitbraak onder sternen 

In het broedseizoen van 2022 heeft vogelgriep tot grote sterfte geleid in bijna alle broedkolonies van de grote stern. Nagenoeg alle kuikens en zo’n tachtig procent van de broedvogels zijn omgekomen. Het kan volgens experts tientallen jaren duren voordat het aantal broedende sternen terug is op het niveau van voor deze uitbraak van het virus. 

Onderzoekers van Wageningen Marine Research hebben verkend hoe dergelijke uitbraken het best bestreden kunnen worden. Snel dode vogels weghalen lijkt essentieel om de impact van het virus te beperken. Hiervoor is goede monitoring van belang. Ook kan het helpen om na afloop van het broedseizoen dode karkassen te verwijderen. De onderzoekers bevelen verder aan om de mogelijkheden voor vaccinatie van grote sterns te onderzoeken. Hetzelfde geldt voor kwetsbare roofvogels als de zeearend en de slechtvalk.  

Vaccinatie pluimvee 

Op dit moment zijn twee vaccins ontwikkeld om pluimvee te beschermen tegen het vogelgriepvirus. In september zijn veldproeven gestart die tot december 2025 zullen duren. Dit voorjaar verwachten onderzoekers de eerste tussentijdse resultaten. Als de veldproef laat zien dat het vaccin ook onder praktijkomstandigheden veilig en effectief is, én als het vaccin in de EU is toegelaten, gaat een pilot van start op meerdere pluimveebedrijven. 

Of het tot een grootschalige vaccinatiecampagne komt, is nog de vraag. De pluimveesector is met name bezorgd over de effecten op de marktpositie in het buitenland. Voor de pilot wordt daarom eerst gekeken naar leghennenbedrijven die hun producten volledig afzetten op de Nederlandse markt.