Nieuws

Aardappelen telen zonder ploegen

Heeft het zin om de akker niet te ploegen voor er aardappelen op te zetten? Zakt de opbrengst niet in en wat doet niet-ploegen met de biodiversiteit, waterhuishouding en stikstofuitspoeling? Op de Aardappeldemodag gaan de Wageningse onderzoekers Janjo de Haan en Derk van Balen in op ploegen en alternatieve bewerkingsmethoden. Zeven vragen.

Wat is ploegen eigenlijk?

Derk van Balen: “Ploegen is een standaard bodembewerking. Met ploegen wordt de grond gekeerd en intensief bewerkt. Minder intensieve grondbewerking is volgens velen beter voor de bodem. Dit noemen we gereduceerde grondbewerking en de bekendste vorm hiervan is niet-kerende grondbewerking. Er is een grote variatie in systemen van gereduceerde grondbewerking. Spitten kun je zien als tussenvorm van kerend – niet kerende grondbewerking.”

Heb je een goede oogst aardappelen als je niet ploegt?

Janjo de Haan: “Het onderzoek in de systeemproeven van de PPS Beter Bodembeheer heeft aangetoond dat aardappelen telen zonder ploegen, ofwel met gereduceerde grondbewerking, goed kan. Het brengt geen extra kosten met zich mee en kost geen opbrengst. Voor de aardappelteelt lijkt er zelfs een kleine plus in te zitten.”

Wat levert niet ploegen nog meer op?

Janjo de Haan: “Qua waterregulatie en waterzuivering scoort gereduceerde grondbewerking op klei beter dan ploegen. Door de betere structuur is de waterhuishouding beter en wordt water makkelijker afgevoerd. Op zandgrond is geen duidelijk effect op de structuur en waterhuishouding zichtbaar.”

En wat doet niet-ploegen met de biodiversiteit?

Janjo de Haan: “Het niet ploegen is aantoonbaar positief voor de biodiversiteit op kleigrond. Daar hebben we bij gereduceerde grondbewerking meer wormen, insecten, spinnen gemeten. Deze zorgen ook voor de betere structuur. Op zand en dalgrond hebben we dit soort metingen niet uitgevoerd.”

Wat zijn effecten op uitspoeling van voedingsstoffen?

Derk van Balen: “Er is geen effect van gereduceerde grondbewerking op de nutriëntenoverschotten al lijkt zowel op klei als op zand gereduceerde grondbewerking een lager risico op stikstofuitspoeling te hebben. Hoe dit werkt zoeken we nog uit.”

Kan een boer zomaar overschakelen op gereduceerde grondbewerking?

Janjo de Haan: “Nee. Je moet goed nadenken over inpassing van gereduceerde grondbewerking in je hele manier van werken. De onkruiddruk kan zeker in de eerste jaren beduidend hoger zijn. Het zolang mogelijk bedekt houden van de bodem helpt onkruid onderdrukken. Vorstgevoelige groenbemesters hebben de voorkeur maar soms moet er in het voorjaar toch nog geklepeld worden. Om in gewasresten te kunnen zaaien zijn speciale zaaimachines met schijven nodig.”

Derk van Balen: “Overstappen naar gereduceerde grondbewerking kan ook effect hebben op de vruchtwisseling, keuze van groenbemesters, onkruidbeheersingsstrategie en bemesting. Bijvoorbeeld in dit droge voorjaar zien we dat de vertering van gewasresten laat op gang komt. Dit heeft gevolgen voor het vrijkomen van stikstof.”

En de weersomstandigheden?

Derk van Balen: “Door een betere ontwatering zien we vooral dit jaar dat de niet geploegde grond in de ondergrond droger is dan geploegde grond en dat is gunstig om bewerkingen in het voorjaar te kunnen uitvoeren. De bovenlaag is over het algemeen vochtiger dan geploegde grond waardoor een voorbewerking nodig is om deze te laten drogen voor zaaien of planten. Dit jaar zien we dat de niet geploegde grond beduidend droger is in de bouwvoor dan geploegde wat mogelijk een effect zal hebben op de uiteindelijke opbrengst. Echter, we ervaren dat de potentie van gereduceerde grondbewerking in een veranderend klimaat groter is dan met ploegen.”