‘Agrarisch natuurbeheer moet kiezen’
“Als agrarisch natuurbeheer in zijn geheel zou worden afgeschaft zijn negatieve effecten op de biodiversiteit beperkt”, concludeert Alterra-onderzoeker David Kleijn in zijn onderliggende rapport. Beter kan ingezet worden op de echt bedreigde soorten.
Geen botanisch beheer meer
Botanische pakketten kunnen bijvoorbeeld het beste worden afgeschaft omdat ze nauwelijks nut hebben. Ook subsidie voor de aanleg van landschapselementen kan worden geschrapt. Ze leiden wel tot aantrekkelijkere landschappen, maar bieden nauwelijks meerwaarde aan de meest kwetsbare soorten, zo schrijft hij. Bovendien verwacht de onderzoeker dat landschapselementen verplicht gaan worden als voorwaarde om subsidie uit het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid te krijgen. Extra subsidie voor landschapselementen is dan niet meer nodig. Dat geld kan dan beter worden gebruik om ernstig bedreigde soorten, zoals weidevogels, te beschermen.
Kerngebieden voor agrarisch natuurbeheer
Want die gaan het onder het huidige beheer uiteindelijk niet redden, stelt Kleijn. “De ecologische randvoorwaarden voor weidevogels zijn zo slecht dat relatief simpele aanpassingen zoals later maaien niet meer afdoende zijn om deze soortgroep te laten voortbestaan.” Beter kan worden ingezet op kerngebieden met een actieve gebiedsregisseur, waar ook de abiotische randvoorwaarden op orde worden gebracht. Zo mag in veel weidevogelgebieden de grondwaterstand flink omhoog. In Kleijns rapport wordt vooral de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) behandeld. Van de nieuwe regeling, het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), zijn nog te weinig gegevens bekend voor een goede analyse. In SNL werkt agrarisch weidevogelbeheer al met collectieve plannen en is ook al een gebiedscoördinator actief. Volgens Kleijn is dat “een stap in de goede richting, maar volgens mij niet voldoende om het tij te keren. Daarvoor moeten de maatregelen toch verder gaan”.
Contact
(Bron foto: Pixabay)