Nieuws

Agrarisch ondernemers moeten meer verantwoordelijkheid krijgen vindt Rabobank

Het huidige landbouwbeleid is te sturend, vindt de Rabobank. In plaats van een middelenbeleid, zou de overheid over moeten stappen op een doelenbeleid. Agrarisch ondernemers moeten zelf verantwoordelijk zijn en beloond worden voor die doelen.

De Nederlandse land- en tuinbouw behoort tot de vitale sector van de economie, maar staat onder druk vanwege het beslag op de milieugebruiksruimte. Je kunt denken aan de uitstoot van ammoniak, fijnstof en de belasting van grond en oppervlaktewater door meststoffen en bestrijdingsmiddelen. De land- en tuinbouw is daarom onderhevig aan veranderingen die gestuurd worden door overheidsbeleid. Maar dat overheidsbeleid zou moeten veranderen, vindt de Rabobank.

Nu is het beleid te vaak middelengestuurd met voorschriften zoals verplichte mestinjectie of verplichte energieschermen. Dat middelenbeleid loopt tegen grenzen aan en zou vervangen moeten worden door een doelenbeleid met bijvoorbeeld een ammoniakplafond. Ondernemers krijgen zelf de ruimte om middelen te kiezen om die doelen te halen.

Landbouwvisie

In de landbouwvisie die de Rabobank op woensdag 25 september publiceerde maakt de bank een verkenning naar de mogelijke ontwikkeling van de landbouw tot 2030. Op basis van vier ontwikkelscenario's komt de bank tot een visie waarin een doelgericht beleid centraal staat. Agrarisch ondernemers krijgen hierin meer verantwoordlelijkheid en worden beloond voor het halen van doelen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en waterberging. De meetbaarheid en inzichtelijkheid van milieuprestaties van bedrijven moeten vergroot worden, bijvoorbeeld met een duurzaamheidmatrix of biodiversiteitmonitor.

Milieugebruiksruimte

In de visie pleit de bank voor een scherpe keuze van de verdeling van de milieugebruiksruimte tussen de land- en tuinbouw en de rest van de economie. Ook tussen de agrarisch sectoren moet een gerichte verdeling komen. Voor elke sector moet er een toekomst zijn. Grondgebonden sectoren als akkerbouw en melkveehouderij maken de meeste aanspraak op de milieugebruiksruimte, aldus de bank. Want voor deze sectoren is het onmogelijk de effecten op het milieu tot nul terug te brengen. Niet-grondgebonden sectoren, zoals de intensieve veehouderij en de glastuinbouw, maken minder aanspraak op de milieugebruiksruimte. Deze sectoren hebben meer mogelijkheden om milieueffecten te verminderen.

(Bron foto: Shutterstock)