Nieuws

Akkerranden in lelieteelt bieden perspectief

Witte bloeiende lelie in veld - AnsonLu via iStock
Bron foto: AnsonLu (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    gewasbescherming, lelieteelt, FAB, plaagbestrijding, biodiversiteit, akkerrand, bladluizen
  • Interessant voor
    lelietelers, tuinders, adviseurs
Bekijk de bronnen
Is het mogelijk om met behulp van Functionele Agrobiodiversiteit (FAB) lelies zonder pyrethroïden en insecticiden te telen? Onderzoek van Wageningen University and Research concludeert voorzichtig dat het kan. Meer onderzoek is nodig voor een gedegen bevestiging.
In samenwerking met

In de bollenteelt van lelies zijn virussen een groot probleem. De lelievirussen LMoV en LSV worden beide op een non-persistente wijze overgebracht door bladluizen.

In het recent op Crkls gepubliceerde deelonderzoek van PPS FAB+ 'Effecten van kruidenranden ter beheersing van virusoverdracht in lelies' is onderzocht of met behulp van functionele agrobiodiversiteit (FAB) de teelt van lelies mogelijk is zonder het gebruik van pyrethroïden en insecticiden, waarbij de kwaliteit van de bollen niet achteruit mag gaan.

FAB is erop gericht om een ziekte of plaag onder een bepaalde schadedrempel te houden. Meerdere, veelal preventieve maatregelen, zijn hiervoor mogelijk. Met bijvoorbeeld een akkerrand met een bloemenmengsel kunnen natuurlijke vijanden van bladluizen gestimuleerd worden en zo de populatie bladluizen laaghouden.

    Belangrijkste conclusies

    • De resultaten geven de indicatie dat lelies telen kan zonder pyrethroïden, maar met FAB-stroken.
    • Meer onderzoek, in meerdere jaren, op meerdere locaties, is nodig om algemene conclusies te kunnen trekken.
    • Er is geen verschil in viruspercentage tussen de gangbare en FAB+-blokken gevonden.
    • De afzonderlijke rol van het weglaten van de pyrethroïden of de FAB-stroken is niet te bepalen.
    • Er zijn geen positieve of negatieve effecten gevonden op de bladluizen en populaties van natuurlijke vijanden in het lelieveld.

    Opzet

    Tweemaal is een veldproef opgezet met tweejarige lelieteelt. Door vorst heeft onderzoek in 2020 niet kunnen plaatsvinden. In 2019-2020 lag de focus op akkerranden die natuurlijke vijanden van bladluizen zouden aantrekken. In 2021-2022 lag de focus op akkerrand als vanggewas zodat bladluizen niet het leliegewas in zouden gaan.

    Resultaten

    2019 & 2020 – De akkerrand heeft geen bewezen positief of negatief effect op de bladluisdruk en het viruspercentage. Het weglaten van pyrethroïden heeft niet geleid tot meer bladluizen en natuurlijke vijanden of een hoger percentage planten met virus. In 2020 zijn geen resultaten verkregen als gevolg van de vorst.

    2021 & 2022 – De kieming en het bloeien van de akkerrand en de vroege opkomst van de lelies waren in het tweede jaar goed op elkaar afgestemd. In 2021 en 2022 is geen verschil in viruspercentage waargenomen tussen de gangbare blokken en de FAB+-blokken. Geen verschil in bladluizen en natuurlijke vijanden tussen de gangbare en FAB+-blokken.

    De resultaten moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden en geven slechts indicaties. Van sterke conclusies is geen sprake. Het onderzoek levert interessante aanknopingspunten op en biedt perspectief voor vervolgonderzoek naar de inzet van Functionele Agrobiodiversiteit in de lelieteelt.

    Bronnen

    (2)