Nieuws

Antibioticaresistente bacteriën in afvalwater

In 60 tot 100% van het afvalwater dat RIVM onderzocht zitten antibioticaresistente bacteriën. Afvalwater blijkt een belangrijke route voor verspreiding van antibioticaresistente bacteriën, maar er zijn meer routes. Maar daling van het antibioticagebruik in dierhouderij zorgt ook voor daling van het voorkomen van antibioticaresistentie bij dieren.

Het RIVM heeft in samenwerking met andere instituten onderzocht hoeveel antibioticaresistente bacteriën via afvalwater in het Nederlandse oppervlaktewater terechtkomen. Naast mest, is afvalwater een belangrijke rout waarop die bacterién in het milieu terecht kunnen komen. Uit het onderzoeksrapport 'Bronnen van antibioticaresistentie in het milieu en mogelijke maatregelen' blijkt dat in 60 tot 100% van het onderzochte afvalwater antibioticaresistente bacteriën zitten zoals de CPE-bacteriën (Carbapenemase Producerende Enterobacteriën) of de ESBL (Extended Spectrum Beta Lactamases)-producerende bacteriën.

Afvalwater

Met het afvalwater komen er jaarlijks miljarden antibioticaresistente-bacteriën in het milieu. Deze bacteriën zijn resistent tegen meerdere antibiotica, soms ook tegen het laatste redmiddel. Ze vormen daarom een gevaar voor de volksgezondheid. Naast deze bacteriën worden in het afvalwater ook resten van antibiotica gevonden, jaarlijks bereiken meer dan 900 kilo antibiotica zo het oppervlaktewater.

Er zijn meer routes waarop antibioticaresistente bacteriën in het milieu komen, via mest bijvoorbeeld. Het grootste deel van de mest met de antibioticaresistente-bacteriën wordt op het land uitgereden. Een deel van die bacteriën komt zo in het milieu: in bodem, grondwaterof lucht. Over de hoeveelheden bacteriën die op deze wijze in het milieu terecht komen is weinig bekend, aldus het rapport. Daarvoor is nog nader onderzoek nodig.

Afnemend antibioticagebruik

De aanpak van het probleem van antibioticaresistentie is sterk gericht op aanpak bij de bron: op vermindering van het gebruik van antibiotica in de gezondheidszorg en de veehouderij. Uit de Kamerbrief bij het rapport, die minister Edith Schippers in juli stuurde, blijkt dat het gebruik van antibiotica in de veehouderij afneemt. Op basis van verkoopcijfers van 2016 blijkt dat het gebruik in kilo actieve stof 64,4% is van het gebruik in 2009. Die daling leidt ook tot daling van het voorkomen van antibioticaresistentie bij dieren. Het Maran-rapport, dat in juni verscheen, ondersteunt die conclusie.

Je kunt het probleem ook aanpakken door antibioticaresistente bacteriën te bestrijden bij de afvalwaterzuivering. Uit het rapport van RIVM blijkt dat dit zeker gebeurt bij de conventionele afvalwaterzuivering, maar dat er nog wel winst is te behalen.

Monitoring

Een ander RIVM-rapport over screening van carbapenemase-producerende bacteriën gaat in op de mogelijkhed om de verspreiding van CPE-bacteríën bij dieren te volgen. Het rapport laat zien dat het lastig is die bacteriën aan te tonen. Er moeten meer monsters genomen worden van dieren en dierlijke producten dan tot nu toe gebruikelijk is. Maar duidelijk is wel dat import van dieren of dierlijke producten uit gebieden waar CPE voorkomt, een mogelijk risico is voor de invoer van CPE naar Nederland. Om de verspreiding precies te kunnen monitoren is meer onderzoek met meer monsters nodig.

(Bron foto: Pixabay)