ANWB-natuur telt minder banen
Uitspraak: natuurbeheerders maakten technisch landschap
“Natuurbeschermers hebben in Nederland een te technisch landschap geschapen, terwijl de bezoekers vooral lekker willen recreëren”, aldus Van Woerkom in het dagblad. Volgens de directeur hebben natuurorganisaties veel universitair opgeleiden in dienst die denken te weten hoe natuur werkt. “Maar intussen is de natuur institutioneel geworden, technocratisch, juridisch”, zegt hij.
Door het beheer meer op de recreant te richten en minder op biodiversiteit, komt het beheer dichter bij burgers te staan. Vrijwilligers zouden bijvoorbeeld een deel van het beheer over kunnen nemen door zelf bomen te kappen en dat hout te gebruiken. Natuur wordt dat meteen minder ruig. “Die staan veel dichter bij de beleving van mensen.” Volgens de ANWB-directeur moeten organisaties hun terreinbeheerafdelingen laten fuseren. De overhead wordt dan fors minder en er kunnen volgens hem 1500 van de 5000 banen bespaard worden.
Achtergrond: wat is hier eerder over gezegd?
In zijn uitspraken over de overhead bij natuurorganisaties baseert Van Woerkom zich op een rapport van het Innovatienetwerk dat in juni van dit jaar verscheen. Of hij daarin gelijk heeft, werd onmiddellijk betwist door organisatie de 12 Landschappen. “gemeenten bijvoorbeeld hebben de laagste overhead bij 40.000 inwoners”, reageert de organisatie eveneens in Trouw.
De uitspraak dat natuur minder ruig moet worden is vaak bediscussieerd. Over dit onderwerp is veel onderzoek gedaan. Grofweg bestaan er een aantal visies die mensen op natuur kunnen hebben. Tot enkele jaren geleden won ze zogenaamde natuurontwikkelingsvisie veel terrein. Aanhangers van de visie vinden dat natuur robuust en zelforganiserend moet zijn. Een tegenhanger van de natuurontwikkelingsvisie is de klassieke natuurbeschermingsvisie. In dat natuurbeeld is natuur kwetsbaar. Een voorbeeld van natuur die bij deze visie past is een heideveld, dat is ontstaan door een oud menselijk gebruik. Een derde visie is die van functionele natuur, daarin moet natuur een bijdrage leveren aan het welbevinden van de mens zoals een multifunctioneel bos waarin hout geoogst wordt en gerecreëerd kan worden.
De uitspraken van Van Woerkom passen bij dat functionele natuurbeeld en ook wel bij de klassieke natuurbeschermingsvisie. Het klopt dat natuurbeelden verschillen tussen bevolkingsgroepen. Allochtonen hebben bijvoorbeeld vaak een functioneler natuurbeeld en houden minder van ruige natuur. Hoogopgeleiden hebben vaak meer met de zogenaamde procesnatuur uit de natuurontwikkelingsvisie.
Contact
(Bron foto: Pixabay)