Asperge in beeld
Op stillevens vanaf 1600 zijn gebundelde bosjes asperges te zien. Ze zijn wit, met soms groene of paarse koppen. De paarse koppen kunnen duiden op het toen gebruikte landras: Gewone Hollandse, ook wel Violet Dutch geheten. Er werd pas geoogst als de spruiten door de dekaarde heen waren gekomen. In de publicatie ‘Asperges in olieverf, een koninklijke groente in de zeventiende eeuw’ worden oude schilderijen met afbeeldingen van asperges getoond en beschreven. Ook wordt er een beschrijving van de geschiedenis van asperge gegeven. Deze publicatie hoort bij een tentoonstelling in het Limburgs Museum in 2005.
Uit Violet Dutch zijn in de loop van de tijd 2 verschillende landrassen ontwikkeld: Ruhm von Braunschweig (in Duitsland) en Vroege van Argenteuille (in Frankrijk). Uit de laatste is Mary Washington ontwikkeld (in de Verenigde Staten). Deze drie landrassen zijn de basis van de aspergeveredeling wereldwijd. Uit een kruising tussen Mary Washington en een selectie van Ruhm von Braunschweig is Limburgia voortgekomen. Dit Nederlandse ras werd vanaf 1958 20 jaar lang veel geteeld.
Oorsprong aspergeteelt
Asperge (Asparagus officinalis) komt waarschijnlijk oorspronkelijk uit het gebied aan de Zwarte Zee, de Caucasus en Siberië. De Grieken en Romeinen namen de teelt over van hun oostelijke buren. Het oud Iraanse woord ‘sparega’ betekent scheut, wat vervolgens asparagos en asparagus in het Grieks en Latijn werd. De Romeinen verspreidden de teelt over Europa. Het is niet bekend in hoeverre asperge in de Middeleeuwen geteeld werd, waarschijnlijk alleen als medicinaal gewas in kloostertuinen. In de Renaissance werd asperge opnieuw ontdekt als groente, maar het bleef voorbehouden aan de rijken. In Nederland werd asperge vooral op de geestgronden rond Haarlem geteeld, vandaar dat in de duinen daar nog verwilderde asperges te vinden zijn. Pas in de twintigste eeuw verplaatste de teelt naar Limburg en Noord Brabant.
Botanie
Asparagus officinalis is een overblijvende eenzaadlobbige. De planten zijn tweehuizig: er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. De vrouwelijke bloemen produceren na bestuiving door insekten rode bessen, die ieder zo’n 3 tot 6 zaden bevatten. De planten ontwikkelen een compacte wortelstok met vlezige wortels, aspergeklauwen. Vanaf 1 jaar na het planten van de aspergeklauwen kunnen 8 – 10 jaar asperges gestoken worden.
Veredeling en teelt
In Nederland houden vier bedrijven zich bezig met de veredeling van asperge: Limgroup, Bejo Zaden, Bayer Crop Science en Rijk Zwaan. Er zijn rassen op de markt die voor zowel de teelt van witte als groene asperge geschikt zijn, zoals bijv. Gijnlim. Andere rassen zijn alleen geschikt voor de teelt van witte asperge, zoals Cumulus, Grolim en Fortems. Ook worden er rassen veredeld voor teelt in andere delen van Europa, Peru, USA en Japan. Alle in Noordwest-Europa geteelde rassen zijn mannelijke hybriden: mannelijke planten hebben een langer levensduur en produceren meer asperges dan vrouwelijke planten.
Nederland heeft ruim 700 aspergetelers met een totaal areaal van 3570 hectare. Van alle in Nederland geteelde asperges (17,1 miljoen kilo) wordt 60% in Limburg geteeld en 30% in Noord-Brabant.
Brabantse Wal Asperges
In 2016 heeft het Erkend Streekproduct ‘Brabantse Wal Asperges’ de Europese status van Beschermde Oorsprongs Benaming gekregen. Er worden in het gebied op de grens van West Brabant met Zeeland en Vlaanderen verschillende rassen voor dit streekproduct geteeld.
(Bron foto: Wikimedia Commons)