Behoud stroomdalgrasland door uitgekiend beheer
Stroomdalgraslanden vind je langs de rivieren. Langs de IJssel bijvoorbeeld bij Cortenoever of in de Vreugderijkerwaarden, of in het Junner Koeland bij Stegeren aan de Overijsselse Vecht. Het zijn kruidenrijke graslanden met een korte vegetatie. Je vind ze op droge, voedselarme, zandige en kalkhoudende stroomruggen, oeverwallen of rivierduinen. Ze overstromen niet vaak, minder dan drie dagen per jaar, en worden extensief begraasd. De combinatie van schaarse vegetatie en overwegend droge condities maakt ze geschikt voor enkele karakteristieke en schaars geworden soorten insecten en spinnen zoals verschillende soorten loopkevers, spinnendoders, bijen en spinnen.
Bedreigd
De stroomdalgraslanden in Nederland zijn bedreigd. Voor 1960 kwamen ze vrijwel overal langs de grote rivieren voor. Sindsdien zijn ze uit 83 - 84 % van de kilometerhokken verdwenen. De stroomdalgraslanden gaan achteruit in aantal, omvang en samenstelling door tal van negatieve invloeden: uitrijden van mest, bijvoorbeeld, kunstmatige beregening of onvoldoende beheer. Omdat er weinig bekend is over deze graslanden, hebben onderzoekers van Wageningen UR inventarisaties uitgevoerd en kenmerken van de graslanden beschreven. De zo verkregen kennis is beschreven in het rapport Zandafzetting, standplaats, beheer en botanische kwaliteit van stroomdalgrasland, dat in 2016 uitkwam. Het rapport eindigt met aanbevelingen.
Divers
In totaal zijn 21 plantengemeenschappen in de stroomdalgraslanden onderscheiden. De vegetatie van de verschillende terreinen is zo divers, dat elk terrein zijn eigen type stroomdalgrasland heeft. In het rapport worden associaties van beschreven van sikkelklaver en zachte haver, van vetkruid en tijm en van schapengras en tijm. Er zijn vegetatietypen die baat hebben bij veel dynamiek.
Wisselende omstandigheden door overstroming, overstuiving of begrazing schaden die vegetaties niet. Maar de meer kwetsbare vegetatieties, vegetaties met specifieke stroomdalplanten, hebben laagdynamische droge groeiplaatsen nodig. Het kort houden van de vegetatie door begrazing en maaien en afvoeren ondersteunt deze vegetatie, aldus het rapport. Doe je dat niet, dan groeien die vegetaties dicht met de hoger opgroeiende soorten als duinriet, kruisdistel en boerenwormkruid.
Behoud
Wil je de stroomdalgraslanden behouden, zo eindigt het rapport, dan is behoud van groeiplaatsen nodig. Je kunt nieuwe groeiplaatsen creëren voor typische stroomdalplanten door dijken en bermen met kalkhoudend zand of lichte zavel af te dekken en daarna goed te beheren. Maar bij herinrichting of natuurontwikkeling moet je zorgen dat er niet te veel zand wordt afgezet. Stroomdalgraslanden zijn gevoelig voor overzanding. Voor overleving van relatief veel lage, lichtminnende plantensoorten is het kort houden van de vegetatie van belang.
(Bron Foto Flickr, Bas Kers)
Overgang Medicagini-Avenetum pubescentis & Bromo inermis-Eryngietum