Bestrijden iepziekte niet altijd nodig
Zo is, met het oog op ‘ecologische overwegingen’, geen directe reden om te bestrijden, meldt de VBNE in haar Praktijkadvies iepziekte. ‘De iepziekte komt al bijna honderd jaar in Nederland voor en vormt geen bedreiging voor het duurzaam in stand houden van het ecosysteem of het voortbestaan van de iep als soort in Nederland’.
Overwegingen
Naast ecologische overwegingen, worden andere mogelijke situaties geschetst en overwegingen gegeven waarin bestrijden wel of niet wenselijk is: iepen in bosverband in de duinen, wettelijke overwegingen, ‘goed nabuurschap’-overwegingen en landschappelijke-/cultuurhistorische overwegingen. Te lezen is dat de beheerder van een boom, tenzij plaatselijke verordeningen anders voorschrijven, vrij is in zijn keuze of hij wel of niet gaat bestrijden.
Van ontschorsen tot glyfosaat
Wordt besloten om te bestrijden, dan wordt een gezamenlijke aanpak ‘noodzakelijk’ geacht, bijvoorbeeld via een regionaal zoneringsplan of gebiedsgerichte aanpak. In het advies worden vervolgens de diverse stappen in het bestrijdingsproces behandeld, variërend van controle, ontschorsen en rooien, tot afvoer en behandeling met glyfosaat.
Iep, es, iep
De VBNE noemt herplant van voldoende voor de iepziekte resistente soorten of rassen een belangrijke optie. ‘Helemaal nu door de essentaksterfte een grote aantasting van het essenbestand eraan lijkt te komen. Deze essen zijn vaak op plekken aangeplant waar voorheen iepen stonden’. In het advies is een overzicht opgenomen van ‘voorkeursiepen’ en iepen waarmee nog weinig ervaring is opgedaan.
Het advies geeft diverse links naar bronnen voor meer informatie en legt tevens in het kort uit wat de oorzaak van de ziekte is, evenals wat de effecten daarvan zijn.
(Bron foto: gangenstelsels op iep voor ei-afzetting van iepenspintkevers - overbrengers van de iepenziekte (veroorzaakt door de schimmel Ophiostoma ulmi), door SB_Johnny, onder de licentie: Creative Commons BY-SA 3.0)