Bestuivervriendelijke boomgaard
Het werkboek ‘Bijen in de Boomgaard: werkboek voor meer biodiversiteit en een goed bestoven gewas’ is voortgekomen uit een samenwerking tussen de Coöperatieve Betuwse Fruitmotor en het onderzoeksprogramma Kennisimpuls Bestuivers.
Wilde en gehouden bestuivers
In veel fruitboomgaarden worden kasten met honingbijen ingezet om de bestuiving te bevorderen. Maar wilde bestuivers zoals hommels, zweefvliegen en solitaire bijen spelen ook een cruciale rol. Hoge diversiteit in wilde soorten draagt bij aan het vermeerderen van de fruitopbrengst en kwalitatief beter fruit, zo wordt er gesteld. Het werkboek biedt wat snelle opties ten behoeve van bestuivende insecten die voor elke fruitteler makkelijk inzetbaar zijn: het laaghangende fruit, zoals het toepasbaar wordt genoemd.
Zo stellen de auteurs dat het inzaaien van een bloemenstrook niet altijd nodig is: het laten groeien van de natuurlijk bloeiers is vaak al een belangrijke stap. Laat daarom de bloemen in de grasstroken en rijpaden zo veel mogelijk staan, zo wordt benadrukt. Ook het laten liggen van snoeiafval, het creëren van een zandhoop, het beperken van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en het in fasen maaien en snoeien van de boomgaard kan al bijdragen aan de leefbaarheid voor bestuivers.
Bloemen en nestplekken
Specifiek gaat het werkboek ook in op mogelijkheden voor de aanleg van extra voedselaanbod en schuil- en nestelplekken. Hierbij worden maatregelenpakketten geboden die fruittelers kunnen gebruiken om concrete veranderingen door te voeren. Ook geven ze tips voor langdurig behoud van de bloemen en nestplekken.
Hoe je het beste dergelijke maatregelen over de boomgaard kan verdelen wordt ook beschreven. Zo geldt voor de kleinere solitaire bijen bijvoorbeeld dat ze slechts 100 tot 150 meter van het nest af kunnen vliegen voor voedsel. De juiste verspreiding van bloemrijke elementen over het terrein is dan belangrijk.
(Bron foto: Sarah Lötscher via Pixabay)