Bevorderen van duurzame eiwitconsumptie
Factoren die kunnen helpen bij een duurzame voedselproductie, is de acceptatie van duurzame eiwitten en vermindering van vleesconsumptie. Maar op welke manier kunnen consumenten hiertoe aangezet worden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, heeft Wageningen Economic Research in december 2019 een literatuurstudie uitgevoerd naar gedragsinterventies die duurzame eiwitconsumptie kunnen bevorderen.
Duurzame eiwitconsumptie
De onderzoekers onderscheiden drie typen duurzame eiwitten: de conventionele eiwitten (peulvruchten), nieuwe eiwitten (vooral insecten) en toekomstige eiwitten (zoals kweekvlees). Er is een aparte categorie voor studies gericht op vleesreductie. Op basis van 47 studies hebben de onderzoekers de volgende conclusies getrokken.
Conventionele eiwitten
Er zijn slechts twee studies uitgevoerd naar de acceptatie van peulvruchten. Uit deze studies blijkt dat gevoelens beïnvloeden effectief kan zijn. Te denken valt daarbij aan milieu- of gezondheidsclaims en positieve informatie. Nutriënteninformatie of het proeven van producten hebben geen invloed. Meer onderzoek naar plantaardige producten zoals peulvruchten is gewenst, zeker omdat hierbij veel milieuwinst te halen valt. Verder zou onderzocht kunnen worden wat de invloed van de omgeving is, door bijvoorbeeld peulvruchten een standaardoptie te laten zijn.
Nieuwe eiwitten
Voor nieuwe eiwitten zijn 21 studies bekeken. Deze studies richtten zich met name op communicatieve strategieën: hoe zet je een nieuw product op de markt? Dit begint met heldere communicatie en het motiveren van consumenten om het product te accepteren. Het minder zichtbaar maken van insecten op de verpakking blijkt positief te werken. Ook geven consumenten de voorkeur aan bekende insecten en insectenproducten die bij insecten passen ( bijvoorbeeld een gehaktbal in plaats van melk). Insectenburgers worden minder geaccepteerd dan kipburgers van kippen die insecten eten. Individuele en maatschappelijke voordelen bevorderen ook de consumptie van insecten. Tot slot blijkt het proeven van insecten effectief. Voorlichting heeft een wisselend effect.
Toekomstige eiwitten
Zeven studies waren gericht op toekomstige eiwitten. Bij kweekvlees blijkt een niet-technische beschrijving en gedetailleerde informatie tot een hogere acceptatie. Informatie over de productie van kweekvlees kan juist averechts werken, omdat kweekvlees hierdoor als onnatuurlijk wordt gezien.
Vleesreductie
Elf studies richtten zich op vleesreductie. Bij vleesreductie is aanpassing van bestaand gedrag nodig. Om vleesreductie te bewerkstelligen, kunnen portiegroottes worden aangepast. Te denken valt hierbij aan minder vlees en meer groenten opdienen, of kleinere porties vlees in de supermarkt. Ook het aanbieden van alternatieven en consumenten eraan helpen herinneren om de consumptie van vlees te verminderen is effectief.
Er zijn geen eenduidige uitspraken te doen in hoeverre de strategieën verschillen tussen de typen duurzame eiwitten. De meeste studies zijn gericht op één type alternatieve eiwitbron. Ook het type interventie verschilt tussen de studies, waardoor ze moeilijk te vergelijken zijn. Voor toekomstige studies kan het daarom interessant zijn om een interventiestrategie te toetsen voor verschillende alternatieve eiwitbronnen.
(Bron foto: Shutterstock)