Biografie van de Noordoostpolder
Nadat de Noordoostpolder in 1942 drooggevallen was, richtte de overheid het nieuwe land in. Rond Emmeloord, het hoofddorp, werden op fietsafstand elf nieuwe dorpen gebouwd. En in het buitengebied kwamen de boerderijen met kavels variërend van 12 tot 48 hectare. Belangstellende boeren werden streng geselecteerd.
Verandering
Zeventig jaar later is de polder veranderd. Er zijn minder boeren. In 2000 waren er nog 1290 bedrijven, in 2015 een kleine 1000. Boeren die op groei gericht zijn, kochten land van andere bedrijven. Hun perceelsoppervlakte varieert van wel 100 tot 500 hectare, zo is te lezen in de 124 pagina's tellende biografie met de titel 'Grond voor verandering'. In veel gevallen liggen die kavels verspreid in de polder, wat voor extra transport zorgt. En door de schaalvergroting zijn veel boerderijen met hun woningen leeg komen te staan.
Er is meer veranderd in de polder. De bevolkingsgroei in de kleine dorpen stagneert. Veel kleinere boeren zoeken naar een nieuwe invulling van hun bedrijf: ze openen boerderijwinkels, zorgappartementen of richten zich op recreatie. De sociale structuur verandert erdoor. En door bodemdaling wordt teelt voor sommige akkerbouwers lastiger. Het is een palet aan ontwikkelingen, zo is te lezen in de biografie, met een enorme impact op de ruimtelijke en de sociale ordening.
Toekomstperspectief
De Stichting Polderlab, een stichting die bezighoudt met onderzoek van de ontwikkeling van het agrarisch gebied, dorpen en stedelijke omgeving, wil samen met bewoners een aanzet geven voor een gerichte verandering. Daarom zijn 18 agrarisch ondernemers in de polder geïnterviewd. In portretten geven ze een beeld van de ontstaansgeschiedenis van hun bedrijf. Ze praten over hun economische en sociale netwerken, over hun problemen, plannen en toekomstperspectieven.
De versnippering van de kavels is een probleem. Het zorgt voor een groeiend verkeer van landbouwmachines over de soms te smalle wegen. Een ruilverkaveling zou een deel van de problemen op kunnen lossen. Ook voor de akkerbouwers die door bodemdaling nu werken met te natte percelen.
(Bron foto: Jan Nijman)