Nieuws

Biologische teeltinformatie over onbekende gewassen

Nicheteelten kunnen voor biologische bedrijven interessant zijn. Maar vaak is er te weinig kennis over bijzondere gewassen. In het onderzoeksproject 'Vele kleintjes maken groot: innovatieve teelten in Vlaanderen' is teeltinformatie verzameld.

Omdat kleine biologische bedrijven vaak op zoek zijn naar innovatieve nicheteelten, is in een Vlaams onderzoeksproject teeltinformatie verzameld over verschillende bijzondere gewassen. Zo is er ervaring opgedaan met gewassen als kervelwortel, knolcapucien, indianenaardappel of de Chinese yam. Van negen gewassen heeft het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt (CCBT) nu teelinformatie beschikbaar gesteld. Uit een bericht van het CCBT blijkt dat er ook informatie verzameld is van andere gewassen, zoals watermeloenradijs, verse look, warmoes, broccolini, haverwortel, flowersprouts, paarse spruit en wortelpeterselie.

Oca-knolletjes

Hoewel nieuwe gewassen op het eerste oog interessant lijken, staat van te voren niet vast of het zin heeft die gewassen bedrijfsmatig te telen. Zo zijn er teelttechnische vragen en vragen over commerciële perspectieven of rendabiliteit. Wat zijn afzetmogelijkheden? Hoe zit het met de kostprijs? Met de nu beschikbare teeltinformatie hoopt het CCBT antwoord te geven op eventuele vragen.

Veel van de beproefde gewassen zijn relatief onbekend. Oca bijvoorbeeld (Oxalis tuberosa) is een plan die meer dan zesduizend jaar geleden gedomesticeerd in de Andes in Ecuador en Peru. Een plan kan een kilo knolletjes produceren met een witte, gele of rossige kleur. De plant wordt nu geteeld in de bergen van Midden-en Zuid-Amerika en in Nieuw-Zeeland. De knollen hebben een zoetige smaak en soms ook - afhankelijk van het gehalte aan oxaalzuur - een licht bittere smaak. Die bittere smaak kan verdwijnen door de knollen meerdere dagen in de zon te leggen. Een probleem is dat de plant zeer vorstgevoelig is, terwijl knolvorming pas vanaf november plaatsvindt.

Knolcapucien

Een ander gewas is de knolcapucien of Mashua (Tropaeolum tuberosum, zie foto). Dit is een klimplant die verwant is aan de Oost-Indische kers. De knolletjes hebben de vorm van een kleine aardappel en zijn rood, geel of wit van kleur. In Zuid-Amerika komt de soort voor in de Andes op hoogten tussen de 2500 en 4000 meter. Het gewas wordt in Peru geteeld voor de knollen. Je kunt de knollen gekookt als groente eten of in soepen verwerken. Omdat de knollen een scherpe, mosterdachtige smaak hebben, zijn ze niet geschikt voor rauwe consumptie.

Indianenaardappel

Nog een knolgewas is apios of de indianenaardappel (Apios americana), een vergeten groente uit Noord-Amerika die bij verschillende Indianenstammen populair was. De plant is een winterharde klimplant met leverkleurige bloemen die je kunt laten groeien langs een pergola. 's Winters sterven de bovengrondse delen af, waarna je de knollen in november kunt oogsten. De knollen hebben een hoog gehalte aan eiwitten en zetmeel, maar bevatten ook veel calcium en ijzer. Omdat ze rauw licht giftig zijn, moet je ze koken. Gekookt smaken ze als gepofte kastanjes.

(Bron foto: Michael Hermann [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons)

Links

(2)