Nieuws Boeren anno 2030

Boeren anno 2030 (4): Samen monovergisten

Koeien in weiland voor een monovergister - Rudmer Zwerver via iStock
Bron foto: Rudmer Zwerver, iStock (iStock licentie)
Samenvatting
  • Onderwerp
    mestverwaarding, monovergisting, mestvergisting, biogas, digestaat
  • Interessant voor
    melkveehouders, beleidsmakers, veehouders, varkenshouders
Bekijk de bronnen
De land- en tuinbouw staat voor de opgave om de komende jaren in rap tempo verder te verduurzamen. Door bijvoorbeeld innovatie, inzetten op meer biodiversiteit en betere waterkwaliteit,  de introductie van nieuwe gewassen, minder dieren of een korte keten.  En dat in een internationaal speelveld én met behoud van een gezond verdienmodel. In deze zomerreeks nemen we een kijkje in de toekomst. Als de veelbelovende ontwikkelingen van nu in de praktijk zijn gebracht: hoe ziet de land- en tuinbouw er anno 2030 uit? Deel 4: gezamenlijk monovergisten.

Monovergisting biedt de veehouder veel voordelen: allereerst is er mestverwaarding. Ten opzichte van co-vergisting is er geen afhankelijkheid van de markt voor de aankoop van bijproducten. In de verduurzaming van het bedrijf laat monovergisting een forse daling van de emissie van methaan en ammoniak zien.

Groot nadeel? De enorme investering, waardoor het vooral voor melkveehouders en vleesvarkenshouders een weinig aantrekkelijke optie is om het bedrijf te verduurzamen. Voor zeugenbedrijven en gesloten varkensbedrijven kan het rendabel zijn, omdat het de mogelijkheid geeft om eigen warmte en elektriciteit op te wekken.

Vanwege de grote investering lijkt samenwerking het toverwoord. Bij een gezamenlijke productie wordt het biogas rechtstreeks geleverd aan bedrijven in de omgeving of opgewerkt tot groen gas en geleverd aan het aardgasnet. Terugleveren van elektriciteit aan het net is steeds minder een optie, omdat het elektriciteitsnet overvol zit.

Een ander nadeel is de angst voor stankoverlast van de omwonenden. Zij vrezen dat een biogasinstallatie in de buurt een geurtje met zich meebrengt. Seine Roelofs heeft een biogascentrale in Overijssel en ontvangt verontruste burgers met open armen. Hij laat zien dat er alles aan wordt gedaan met luchtverontreinigers om de overlast te beperken.

Zilveren bollen

Als Groen Kennisnet een blik op het jaar 2030 werpt, zien we met regelmaat zilverkleurige bolle daken naast melkveestallen: een monovergister. Specifieker: we zien ze dan bij meerdere melkveebedrijven die op korte afstand van elkaar zitten. De individuele bedrijven zetten dan hun mest om naar biogas en verzamelen dit op een centraal punt, waar een opwerkstation het omzet naar groen gas voor levering aan het aardgasnet. Of melkveehouders zoeken hun eigen afnemers voor hun biogas. Zo leveren 5 melkveehouders in het Overijsselse Oxe op deze manier sinds april dit jaar biogas aan For Farmers en Royal GD, bedrijven in de nabijheid van de melkveehouders.

Eigen warmte en elektriciteit

Zien we deze monovergisters in 2030 ook bij varkenshouderijbedrijven? “Voor zeugenbedrijven of gesloten varkensbedrijven is de beste optie doorgaans om met dit biogas warmte en elektriciteit te produceren via een warmtekrachtkoppeling. Door de warmte goed in te zetten, kan een zeugenbedrijf of gesloten bedrijf van het gas af,” stelt varkenshouder Hans Verhoeven in dit artikel in Nieuwe Oogst. Hij heeft een monovergister staan bij zijn bedrijf in Valkenswaard. Volgens Verhoeven kan dit tienduizenden euro’s per jaar in verwarming- en/of elektriciteitskosten schelen.

Met stikstofkraker wegvallen derogatie opvangen

Ook in het Friese Wijnjewoude is een initiatief gestart om te komen tot een gezamenlijke mestvergisting met meerdere melkveehouders. De initiatiefnemer verwacht dat de vergisters in 2025 gaan draaien. Melkveehouder Popke Veenstra uit Wijnjewoude is betrokken bij het initiatief. Hij is positief: “Vooral als een stikstofkraker aan de behandeling van het digestaat kan worden gekoppeld.” Digestaat is het product dat overblijft na vergisting, in beginsel blijven alle nutriënten en bestendige organische stof van de mest hierin beschikbaar. Veenstra vervolgt: “Met het wegvallen van de derogatie kun je zo stikstof inleveren zonder dat het je koeien kost.” 

Extra eisen

Bij een gezamenlijke monovergisting komen een aantal extra eisen om de hoek kijken. Zo moeten de veehouders voldoende dicht bij elkaar zitten, omdat anders de investering in de biogasleidingen te hoog is. Dit artikel noemt 4 à 5 kilometer als uiterste afstand.

Ook moet er voor monovergisting een dichte vloer in de stal komen, zodat dagontmesting mogelijk is. Voor veehouders met een emissiearme vloer met kleppen of mestscheiding is dat vaak lastig. Melkveehouder Lennard Lamberts in Oxe loste het op door rubberen matten over de roosters te leggen. Twee collectors brengen de mest vervolgens naar een verzamelput.

Overigens kent levering aan het aardgasnet meer uitdagingen dan levering van biogas aan bedrijven. Allereerst moet het biogas dan worden opgewerkt naar groen gas, wat vraagt om extra investering voor een opwerkstation. Daarnaast kan het injecteren op een aardgasleiding niet bij alle leidingen, dus een geschikte leiding moet in de omgeving beschikbaar zijn.

Subsidie beschikbaar

In 2030 wil de overheid 2 miljard kuub groen gas te produceren. Gezamenlijk monovergisten past daar goed bij. Mede daardoor is er subsidie voor monovergisteren beschikbaar via de regeling ‘Stimulering Duurzame Energieproducten en klimaattransitie’ (SDE++). Vanaf komende september is deze regeling weer opengesteld. Het project in Wijnjewoude leert wel dat de huidige regeling niet openstaat voor een samenwerking in de vorm van een coöperatie.