Nieuws

Bos voor de toekomst met bomen van vroeger

Bron foto: skymoon13 (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    bos, autochtoon, inheems
  • Interessant voor
    terreinbeheerders
Bekijk de bronnen
Nog maar 3 tot 5% van de Nederlandse bossen bestaat uit autochtone bomen. Dit zijn bomen die van oorsprong in Nederland voorkomen. En we hebben ze broodnodig. Om verzuring van bosbodems te keren, diversiteit in het bos te behouden en toekomstgerichte aanplant te doen.

Een vrijwel verdwenen boom is de linde. Duizenden jaren geleden kwam de linde volop voor in Oost- en Zuid-Nederland. Samen met eiken vormden ze daar het eiken-lindenwoud. Het Nederlandse bos mist de linde enorm, want de boom kan een grote rol spelen om de verzuring van bosbodems tegen te gaan. Veel bodems in bossen op zandgrond zijn verzuurd en dat betekent minder planten en dieren die zo kenmerkend zijn voor bossen. Denk aan daslook, lelietje-van-dalen, bosanemoon, slanke sleutelbloem, de huisjesslakken en regenwormen. 

Staatsbosbeheer heeft het genetisch materiaal van de laatste wilde lindes van Nederland veiliggesteld, dus heraanplant is mogelijk. Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) is op zoek naar meer oorspronkelijke bomen in het Nederlandse bos om deze in situ veilig te stellen. Deze oproep doen zij in deze brochure

Linde kampioen kalk recyclen 

De verzuring van veel bossen komt door een bladerdek dat niet meer goed afbreekt en zo de ondergroei verstikt. Ook de stikstofvervuiling draagt bij. De linde is kampioen kalk-uit-de-bodem-recyclen door zijn diepe wortels en de snel afbreekbare bladeren en kan daarmee de verzuring tegengaan. Overigens is de linde niet de enige soort die dit kan. Ook bijvoorbeeld de fladderiep, boswilg en veldesdoorn kunnen bijdragen.  

Heraanplant van de oorspronkelijke lindes kan in de bestaande bossen, omdat lindes goed schaduw kunnen verdragen. Voor soorten die schaduw minder goed verdragen, zal het bos uitgedund moeten worden.

Bosaanplant voor de toekomst  

Toch is bosaanplant niet altijd zo makkelijk als het klinkt, blijkt uit dit artikel over de Rassenlijst Bomen. “Je kunt op allerlei plekken en op allerlei manieren bomen en struiken aanplanten, maar als je een bos wilt dat toekomstbestendig is, moet je dat wel bewust doen,” zegt dr. ir. Joukje Buiteveld van het CGN. Om terreinbeheerders te ondersteunen bij het maken van de juiste keuzes is er de Rassenlijst Bomen, die jaarlijks wordt geactualiseerd.  

“De juiste boom is niet alleen van het juiste soort. Het gaat ook om herkomst. De bomen en het bos waarvan het zaad afkomstig is voor de aanplant, dat is de “herkomst”. Door hun herkomst zijn ook bomen binnen een soort dus niet hetzelfde.”

dr. ir. Joukje Buiteveld, 2023

Op zoek naar authentieke bomen om te bewaren 

Om authentieke bomen zoveel mogelijk te bewaren is het CGN op zoek naar gebieden waar deze bomen nog in voldoende grote populaties voorkomen. Zo’n gebied kan dan worden bestempeld als genenbewaringsgebied. Het CGN wil samenwerken met beheerders om het aantal Nederlandse genenbewaringsgebieden uit te breiden. In de brochure staat beschreven waar een populatie aan moet voldoen om in aanmerking te komen. Ook wordt er beschreven wat het voor een terreinbeheerder betekent als er een genenbewaringsplaats op zijn terrein is.  

Ongeveer de helft van de circa 100 oorspronkelijke Nederlandse boom- en struiksoorten is ernstig bedreigd. Voor die soorten is behoud van genetisch materiaal van levensbelang, want genetische diversiteit zorgt ervoor dat bossen op lange termijn kunnen overleven. Door een hoge diversiteit binnen een soort zorgt kan die soort zich aanpassen bij veranderende omstandigheden. En dat is hard nodig door klimaatverandering en het opkomen van steeds nieuwe ziekten en plagen.

Waar vind ik zo’n autochtone populatie? 

Oorspronkelijke bomen en struiken zijn vooral te vinden op oude bosplaatsen, in houtwallen, langs holle wegen en aan de oevers van niet vergraven beken. Om vast te stellen of het inderdaad om autochtoon materiaal gaat is altijd veldonderzoek nodig.