Nieuws

Bosmonitoring kan beter

Terreinbeheerders meten en beschrijven bosstructuren elk op een eigen manier. Dat maakt vergelijken lastig. De afstemming van de methoden kan beter.

Terreinbeheerders in Gelderland hebben elk hun eigen manier van bosinventarisatie. Zo gebruikt Natuurmonumenten een vlaktegewijze methode voor bepaling van de bosstructuur die vooral gericht is op natuurwaarden, Staatsbosbeheer en Kroondomeinen gebruiken een steekproefmethode. Ook andere beheerders gebruiken hun eigen methode. Dat kan lastig zijn als je de resultaten van die inventarisaties wil vergelijken of samenvoegen zoals de provincie doet voor het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL).

Vergelijkbaar

Voor dit subsidiestelsel is inventarisatie van de bosstructuur is een onderdeel van de natuurkwaliteitmonitoring. De provincies zijn verantwoordelijk voor die monitoring. Per gebied moeten ze de natuurkwaliteit bepalen. Ze doen dat op basis van de gegevens die de verschillende terreinbeheerders aanleveren. Omdat de provincies de gegevens per gebied moeten samenvoegen, is het belangrijk dat de resultaten vergelijkbaar zijn. Eva Burgers (Student hogeschool van Hall-Larenstein) en Robbert Wolf (Projectleider Monitoring, provincie Gelderland) vergeleken de verschillende methodes. Ze hebben gesprekken gevoerd met beheerders en vergeleken de resultaten. Vakblad Natuur Bos Landschap besteedt in een artikel ‘SNL-monitoring van de bosstructuur’ aandacht aan dit project.

Interpretaties

In de Werkwijze natuurmonitoring en –beoordeling EHS en Natura 2000/ PAS (maart 2014) van SNL staan zes verschillende structuren beschreven bijvoorbeeld: gemengd bos, europees inheems bos en struweel met open plekken. De beheerders voeren de inventarisaties uit voor die verschillende bosstructuren, maar elke beheerder heeft daarvoor zijn eigen methode. Soms zijn dat methoden op basis van steekproeven, soms op basis van ‘vlaktegewijze methode’ die uitgaat van schattingen van boskenmerken over de gehele oppervlakte van een bepaald bosgedeelte. De resultaten – zo blijkt uit deze inventarisatie - zijn soms lastig te vergelijken. Dat komt omdat er onduidelijkheden zijn over bosstructuurelementen of omdat definities niet duidelijk zijn wat kan leiden tot verschillende interpretaties.

Om de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bosstructuurkartering te verbeteren, zijn de bevindingen uit dit project verwerkt in een voorstel voor aanpassing van de definities van de SNL-structuurelementen in de landelijke werkwijze.

(Bron foto: Pixabay)