Nieuws

Burgerwetenschap helpt natuur

Ruim 100.000 vrijwillige natuurwaarnemers doen jaarlijks meer dan 6 miljoen waarnemingen. Ze helpen zo onderzoekers en beleidsmedewerkers door de natuur en biodiversiteit van Nederland in kaart te brengen. Citizen science of burgerwetenschap is van onschatbare waarde.

In Nederlands zijn veel vrijwilligers betrokken bij wetenschappelijk onderzoek. Ze volgen de ontwikkeling van natuurterreinen, doen waarnemingen, voeren tellingen uit. Ze geven de waarnemingen door bijvoorbeeld via waarneming.nl of natuurkalender.nl. Of ze werken samen met beheerders van natuurterreinen. Die waarnemingen van vrijwilligers zijn van onschatbare waarde, blijkt uit het rapport 'Citizen science voor natuur in Nederland'. In opdracht van het ministerie van EZ heeft EZ Wageningen Environmental Research in kaart gebracht wat de waarde is van burgerwetenschap of 'citizen science' voor natuur en biodiversiteit in Nederland.

Waarnemingen

De onderzoekers onderscheiden verschillende niveaus van 'citizen science': Van crowdsourscing, waarbij vrijwilligers waarnemingen doen, zoals bij de nationale tuinvogeltelling tot meer specialistisch werk, waarbij ze de waarnemingen analyseren en gebruiken. Voor dat laatste werken wetenschappers samen met een kleine groep vrijwilligers om gegevens te verzamelen en te analyseren.

Rapportages

In een infographic zijn wat cijfers op een rij gezet. Zo monitoren de vrijwilligers 22.000 soorten, waaronder ruim 3000 paddenstoelen, meer dan 2600 planten, 800 vogels, 100 dagvlinders en  92 zoogdieren. Onderzoekers, beheerders en beleidsmakers gebruiken die data om de natuur te begrijpen, te behouden. Die data zijn van grote waarde. De rapportages aan de EU, die de Nederlandse overheid maakt, zijn voor 95% gebaseerd op de data van de vrijwillige waarnemers. Zonder die waarnemingen zouden de rapportages en analyses acht tot tien keer duurder zijn.

Aanbevelingen

Toch is het systeem van burgerwetenschap, zoals dat nu functioneert kwetsbaar. Het is bijvoorbeeld lastig jonge vrijwilligers en voldoende vrijwilligers met specialistische kennis te vinden. In het rapport zijn daarom aanbevelingen opgenomen: investeer in scholing van vrijwilligers, laat zien hoe je de data gebruikt en betrek kinderen en jongeren. Het is daarom zinvol samen te werken met scholen.

(Bron foto: Pixabay.com)