Circulaire economie en ons voedsel
Wat eten we in 2050? Hoe kun je de productie van voedsel duurzamer maken? En wat is het effect van een lagere vleesconsumptie op het klimaat? Diverse vragen over een duurzamer voedingspatroon komen aan bod in het artikel 'Trends en ontwikkelingen: de circulaire economie' in vakblad Voedingsindustrie.
Klimaatakkoord
Vast staat dat de Nederlandse overheid harde doelen heeft voor de vermindering van de CO₂-uitstoot. Nederland wil in 2050 een volledig circulaire economie zijn: een economie zonder afval. Daarom trekt de overheid dit jaar € 22,5 miljoen uit voor het steunen van duurzame en circulaire initiatieven. En het ontwerp-Klimaatakkoord voorziet in een halvering van de CO₂-uitstoot in 2030.
Uit het artikel blijkt dat de Federatie voor de Nederlandse Levensmiddelenindustrie FNLI heeft meegeschreven aan de teksten van de Industrietafel en de tafel Landbouw en Landgebruik. De levensmiddelenindustrie zal de komende jaren flink investeren in de klimaatdoelstellingen, bijvoorbeeld door electrificatie van processen. Daarbij is een voldoende aanbod van betaalbare groene stroom essentieel.
Toch blijven er in het Klimaatakkoord zoals het er nu ligt, nog veel vragen over. Is dit haalbaar en betaalbaar voor iedereen? Consumenten zullen het gaan merken omdat ze uiteindelijk direct of indirect in de buidel moeten tasten, ook als het om de aanschaf van voedsel gaat, zo schrijft het vakblad.
Duurzame productkeuze
Het vakblad verwijst in het artikel naar verschillende marktonderzoeken. Zo blijkt uit het marktonderzoek Dossier Duurzaam 2018 dat bijna de helft van de respondenten (46%) zegt dat ze duurzame of maatschappelijk verantwoordelijke aspecten belangrijk vinden bij de aanschaf van producten en diensten. Voor energie, witgoed en verschillende foodcategorieën bedraagt dat percentage zelfs meer dan 60%. De toegenomen kwaliteit van duurzame producten speelt daarbij een rol, maar tegelijkertijd blijkt dat het wantrouwen ten aanzien van duurzaamheidsclaims is gestegen: van 39% in 2017 naar 43% in 2018.
Uit cijfers van Monitor Keurmerken Retail blijkt dat het duurzaamheidsbesef onder burgers toeneemt. De verkoop in supermarkten van voeding met een onafhankelijk gecontroleerd keurmerk voor duurzaamheid is vorig jaar gestegen. Maar uit een ander onderzoek blijkt dat een deel van de consumenten helemaal niet zo duurzaam is ingesteld. Wanneer het gaat om de bezorging van bestelde producten, verkiest meer dan de helft van de ondervraagden snelheid duidelijk boven duurzaamheid.
Voedselverspilling
Desondanks blijven veel producenten en retailers zich inzetten voor duurzame productie. Ze zien duurzaamheid als een strategie om meerwaarde te creëren voor hun merk of formule. Om een gezonder en duurzamer aankoop- en eetpatroon te stimuleren hebben Wageningen Economic Research, het Louis Bolk Instituut en Greendish samen een publiek-private samenwerking (PPS) opgezet: Food Value Impact (FVI). Doel is om de milieu-impact en/of voedselverspilling te verlagen en tegelijkertijd de gezondheid en tevredenheid van consumenten positief te beïnvloeden. Zo kun je consumenten verleiden minder vlees te eten, en zijn er campagnes gestart om voedselverspilling aan te pakken.
(Bron foto: Shutterstock)