De ideale boerderijwinkel kent zijn klanten

In Nederland zijn zo'n 1450 boerderijwinkels. Er zijn kleinere winkels, maar ook hele grote. Kleinere boerderijwinkels verkopen vooral producten ven het eigen bedrijf; de grotere hebben veel meer meer producten. Met zo'n winkel kan een agrarisch bedrijf zijn omzet behoorlijk verhogen. Je kunt zo een deel van je eigen productie rechtstreeks aan de consument afzetten.

Consumenten

Niet elke winkel is even succesvol. Er zijn diverse factoren die bijdragen aan het succes van een winkel. Om eigenaren van boerderijwinkels te helpen, is binnen de publiek-private samenwerking (pps) Multifunctionele Landbouw een onderzoek verricht onder consumenten van boerderijwinkels. Wie zijn de consumenten? Wat verwachten ze van de boerderijwinkel? Het resultaat van dat onderzoek is beschreven in de brochure 'De ideale boerderijwinkel'. Naast een beschrijving van de consument, geven onderzoekers ook handvatten voor de inrichting van de winkel en de juiste verkoopstrategie.

Vier typen

Gemiddeld koopt 22% van de consumenten wel eens in een boerderijwinkel. Het merendeel, 75%, typeert zich zelf als een af-en-toe klant. De mensen komen in een boerderijwinkel omdat ze een groot vertrouwen hebben in een boerderijwinkel, meer dan in een supermarkt of in een webwinkel. De meeste consumenten komen vooral naar een boerderijwinkel om er aardappelen, groente, fruit en zuivel waaronder kaas te kopen.

De onderzoekers onderscheiden vier typen consumenten:

• Haastige consumenten: doelbewust, snelle beslissers. Ze reizen meestal niet ver.
• Minimalistische consumenten komen niet vaak. Als ze komen, komen ze kort. Ze reizen ook niet ver.
• Recreatieve consumenten zijn de dagjesmensen, vaak nieuwe klanten. Voor hen is het winkelen is een uitje. Ze doen impulsaankopen.
• Liefhebbers zoeken bijzondere, unieke producten. Ze zijn bereid er verder voor te reizen en een goede prijs te betalen.

Assortiment

Voor een eigenaar van een boerderijwinkel is het van belang dat hij zijn klanten in beeld hebt. Zit je vlak bij een woonkern, dan krijg je een andere consumentengroep dan wanneer je op enige afstand van de stad woont. Je moet je aanbod er op aanpassen. Heb je vooral te maken met de haastige of minimalistische groep consumenten, dan heeft het niet zo veel zin te investeren in een breed sortiment of gezellige zithoekjes.

De onderzoekers zien dat sommige winkels een steeds verder uitdijend assortiment hebben van cadeautjes, souvenirs en ‘dingen erbij’. Lang niet altijd is daar een duidelijke strategie in te ontdekken. Door je beter te richten op je klanten kun je het rendement van de boerderijwinkel aanzienlijk verbeteren. Ken je klanten.

(Bron foto: Pixabay)