Nieuws

De stikstof raakt op en dit is wat veerkracht daartegen kan doen

Door overconsumptie verdwijnt de stikstof in de vorm van eiwit langzaam uit de voedselketen. Met een slimmer veeteeltsysteem en een andere manier van vlees eten, wordt geprobeerd het tij te keren.

We hebben één aarde en het dringt langzaam door dat die ‘op’ kan raken. Op allerlei vlakken lopen we tegen de grenzen aan van onze ooit zo veerkrachtige moederplaneet. Milieuwetenschappers probeerden onlangs in wetenschappelijk magazine Nature te becijferen wat uiteindelijk onze grootste bedreiging is. Het verlies van biodiversiteit staat op nummer een, gevolgd door de stikstofcyclus. Marieke Bruins, specialist op het gebied van de stikstofcyclus geeft een toelichting over het tekort aan stikstof.

Stikstof als bouwstof

“Het element stikstof raakt niet zomaar op. De lucht zit er vol mee. Maar dit probleem gaat over een bepaalde vorm van stikstof. De stikstof die gebonden is in eiwitten, de bouwstof voor alle leven op aarde, plant en dier. Vlinderbloemige planten, zoals bonen en erwten kunnen (samen met bepaalde bacteriën) stikstof uit de lucht binden en er eiwit van maken. Andere planten halen stikstof uit b.v. (kunst)mest.

Zo komt stikstof in de voedselketen van plant-dier-mens. Als mensen of dieren eiwitten eten, worden die weer afgebroken en verlaat stikstof hun lichaam. Die stikstof verdwijnt uit de voedselketen, de biomassa. De hoeveelheid stikstof in de voedselketen bepaalt hoeveel mensen en dieren er op de aarde ‘passen’. Die hoeveelheid is momenteel onvoldoende voor het groeiende aantal mensen.”

Eiwit uit gras

Het onderzoek van Marieke Bruins richt zich specifiek op de koe, die vaak meer stikstof verbruikt dan nodig. “In gras zit relatief veel eiwit vooral in de zomer en dit is meer dan strikt noodzakelijk voor de koe. Dat overtollige eiwit wordt afgebroken tot urinezuur en gassen zoals ammoniak. Wij zoeken manieren om het eiwit uit gras effectiever gebruiken. Het idee is om het uit gras te halen en het aan varkens te voeren, die veel meer eiwit nodig hebben. En om de koe dan de resterende grasvezels te voeren. Dat doen we met een krachtige, groot uitgevallen ‘slow juicer’.”

Het achterliggende idee is dat de veerkracht en weerbaarheid van het veeteeltsysteem daardoor toeneemt. De stikstofcyclus staat niet alleen onder druk doordat we liever koeien dan bonen eten. We importeren momenteel gigantisch veel soja als een belangrijke bron van eiwit voor het vee. De soja-industrie gaat ten koste van het regenwoud en vervoert grondstoffen over grote afstanden, zoals van Brazilië naar Nederland.

Importbeperking voor soja

Wat gebeurt er als de import van soja aan banden wordt gelegd? Het eiwit uit grassen kan dan een alternatief zijn. “Zo’n importbeperking is in principe een verstoring van het systeem. Maar als daardoor het opwerken van gras financieel aantrekkelijk wordt, kan het systeem als geheel de goede kant opgaan. En zo kan deze bioraffinage ervoor zorgen dat de veerkracht toeneemt.”

Grasopwerking

Bruins is druk bezig met het doorrekenen van alle aspecten van de grasopwerking. Waar zit de trigger waarbij het financieel aantrekkelijk is om deze techniek te gebruiken? Ook zijn er nog technische hick-ups. “Er is een mobiele pers van het bedrijf Grassa, die door Nederland rijdt. Zij zijn nog bezig de techniek te verbeteren. Verder is er nog onderzoek naar de beste samenstelling van graslanden. Gras gemengd met klaver levert bijvoorbeeld meer eiwit per kg op, alleen neemt dan de totale opbrengst per hectare af. Misschien blijkt de beste samenstelling wel zeer biodivers, maar op dit moment weten we dat nog niet.”

Reductariër

Het opwerken van gras zal niet genoeg zijn om de wereldwijde problemen rond de veeteelt op te lossen. Mede door het inzicht in de stikstofproblematiek noemt Bruins zichzelf ‘reductariër’: ze eet wel vlees, maar minder. “We moeten bijvoorbeeld meer bonen gaan telen en minder vee. Daarnaast kun je ook opletten welk vlees je eet. We eten graag koe, terwijl een koe zijn voeding bijzonder inefficiënt omzet naar vlees. De kip is wat dat betreft veel effectiever, en komt bijna in de buurt van soja. Een verschuiving naar andere dieren, helpt dus ook.”

Bron: WUR Magazines en Kennisonline, door Hanny Roskamp. Bewerkt door Groen Kennisnet.

(Bron foto: Shutterstock 2019)