Nieuws

Driestapsaanpak van exotische onkruiden

Sommige exotische planten blijken zich na vestiging te gedragen als hardnekkige onkruiden. Een Europese verordening verplicht lidstaten tot een gerichte aanpak in drie stappen.

In België zijn meer dan 1900 vreemde plantensoorten aangetroffen. Gelukkig blijkt slechts een beperkt aantal zich als lastig onkruid te gedragen, schrijft vakblad Management&Techniek in het dossier 'Exotische onkruiden, ingevoerde ellende'. Het vakblad licht verschillende onkruiden uit zoals knolcyperus, ambrosia en Japanse duizendknoop.

Exotische soorten

Knopkruid (Galinsoga sp.) is een onkruidsoort die zich vermoedelijk al in de 19e eeuw in onze regio heeft gevestigd nadat deze plant uit een tuin ontsnapte. Ook andere soorten hebben zich na aanplant weten uit te zaaien zoals de vlinderstruik (Buddleja), rododendron (Rhododendron ponticum) of de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica). En er zijn meer exotische soorten. Het vakblad noemt nog soorten als Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) en reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum).

Ook in Nederland blijken zich jaarlijks nieuwe exotische planten te vestigen, zo blijkt uit een het Verspreidingsonderzoek invasieve vaatplanten 2017-2018 van Floron. Zo is in 2017 voor 36 soorten vastgesteld dat ze voor het eerst in Nederland zijn waargenomen of dat ze zich blijvend in Nederland hebben gevestigd. Van minstens 12 soorten kan worden gesteld dat het vanuit tuinen verwilderde sierplanten zijn.

Natuurlijke vijanden

Een van de verklaringen waarom die soorten het goed doen, is dat natuurlijke vijanden vaak ontbreken, aldus vakblad Management&Techniek. Toch blijkt uit onderzoek dat deze exotische soorten na verloop van tijd toch ook gevoelig worden voor bepaalde ziekten. Vooral bodemschimmels en -bacteriën spelen daarin een belangrijke rol.

Europese verordening

Om de overlast in te perken is er een Europese verordening 1143/2014 met een lijst van soorten die als invasieve exoot worden beschouwd. De srooten op die lijst mogen niet worden gehouden, gekweekt, vervoerd, gebruikt, uitgewisseld of toegestaan om zich voort te planten. En natuurlijk is het niet toegestaan om de soorten vrij te laten in het milieu. Die verordening geldt voor alle Europese lidstaten.

Drietapsaanpak

Voor de aanpak van de exotische soorten geldt een drietrapsaanpak. De eerste stap is te voorkomen dat soorten zich vestigen. De tweede stap is een snelle en radicale verwijdering van ongewenste soorten vanaf het ogenblik dat ze worden waargenomen. De derde stap is het zo goed mogelijk onder controle houden van soorten die al zo talrijk aanwezig zijn dat ze niet meer uit te roeien zijn.

Het vakblad besteedt in het dossier meer aandacht aan een paar invasieve exoten zoals de knolcyperus (Cyperus esculentus), de alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia) en de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica).

Knolcyperus

Knolcyperus die oorspronkelijk uit Egypte en het Midden-Oosten afkomstig is. Arabieren brachten de plant tijdens hun veroveringstocht in de Middeleeuwen mee naar Spanje. Van daaruit heeft de soort zich uitgebreid. Mogelijk dat de plant hier binnengekomen is met gladiolenpootgoed. De soort is bijzonder lastig te bestrijden.

Ambrosia

Ambrosia kan voor problemen zorgen voor met name hooikoortspatiënten. De plant produceert grote hoeveelheden pollen die allergeen zijn, en die door de wind makkelijk verspreid worden. De plant is jaren geleden vanuit Noord-Amerika ingevoerd in mengsels van vogelvoer waar het als verontreiniging inzat.

De Japanse duizendknoop wordt door het vakblad als een van de meest vervelende onkruidplanten betiteld omdat de soort zeer snel groeit en niet meer uit te roeien is.

(Bron foto: Pixabay )