Nieuws

Duurzame gewasbescherming met IPM

Duurzaamheid is een belangrijk thema bij gewasbescherming: gezondheid, voedsel, water, biodiversiteit en efficiënt gebruik van grondstoffen zijn aandachtspunten bij zowel de industrie als telers.

Phytofar, de Vlaamse belangenvereniging van de Belgische gewasbeschermingsindustrie bestaat 75 jaar. Het was aanleiding voor het Vlaamse vakblad Managemen&Techniek in gesprek met deze organisatie een aantal actuele ontwikkelingen op een rij te zetten in een dossier 'Actuele thema's in de gewasbescherming'.

IPM

In het eerste artikel brengen Phytofar voorzitter Goedele Digneffe en Karolien Cools, dossierhouder gewasbescherming bij de Boerenbond duurzaamheidsaspecten onder de aandacht. De organisatie heeft zich veel bezig gehouden met de invoering van IPM (Integrated Pest Managment, Geïntegreerde bestrijding). Het beleid moet zich niet zo zeer richten op vermindering van van het gebruik van middelen, vinden ze, maar vooral op de vermindering van de impact van gewasbeschermingsmiddelen op mens en milieu. Het gaat er bij IPM om dat telers de middelen op het juiste moment met de juiste hoeveelheid en op de juiste manier inzetten, aldus Cools.

Toelating

In het artikel 'Van aanvraag tot toelating' wordt de toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen in de EU besproken. De kernwetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen (GBM) is de Europese Verordening 1107/2009 die voor alle lidstaten geldt. In die wetgeving ligt de nadruk op bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu.

De procedure begint met het indienen van resultaten van noodzakelijke testen en studies. Alle effecten van een middel moeten grondig onderzocht worden. De procedure tot toelating duurt zo'n tien tot 15 jaar. Voor gewasbeschermingsmiddelen onderscheidt de EU drie geografische klimaatzones: noord, centraal en zuid. Nederland en Vlaanderen horen met andere landen tot de centrale zone. Binnen die zones wordt samenwerking tussen lidstaten bij de toelatingsprocedures gestimuleerd.

Veilige voeding

Naast artikelen over de visie van enkele producenten van gewasbeschermingsmiddelen over geïntegreerde bestrijding en duurzaamheid, is er ook een artikel over 'Gewasbescherming en veilige voeding'. Willy Evens van BASF geeft zijn visie over de Maximale Residu Limiet (MRL). Dat is een norm die aangeeft wat de maximale concentratie is van een actieve stof van een gewasbeschermingsmiddel die aanwezig mag zijn op een voedingsmiddel. Evens zegt dat die norm geen toxicologische maat is, maar een maat voor toepassing van goede landbouwpraktijken. De veiligheidsmarge is erg groot. Overschrijd je die norm, dan levert dat geen gevaar voor de consument op, aldus Evens. Het maakt vooral duidelijk dat je als teler niet hebt gewerkt volgen de erkende goede landbouwpraktijken.

Cijfers

Het vakblad noemt in het artikel enkele cijfers van overschrijdingen zoals gerapporteerd door het Rapid Alert System for Food en Feed (RASFF) binnen de EU. In 2014 was 35% van de 657 gemelde 'gevaarsituaties' het gevolg van gevaarlijke micro-organismen. Daarna volgen zware metalen (14%) en allergenen (9%). In slechts 6% van die situaties waren residuen van gewasbeschermingsmiddelen oorzaak van overschrijdingen.

Naast het 75-jarig jubileum van Phytofar, viert ook de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV) haar jubileum, met onder meer een essay-wedstrijd voor studenten.

(Bron foto: Thinkstock)