Nieuws

Dwergcipressen tot 60 meter hoog

Coniferen zijn wintergroen, breed inzetbaar en vertonen een grote variatie. Ze zijn ten onrechte onbemind vindt Jan Mauritz die het geslacht Chamaecyparis of dwergcipres onder de aandacht brengt.

Het geslacht Chamaecyparis behoort tot de cipressen of Cupressaceae. De naam komt van het Grieks chamai (dwerg, laag groeiend) en kuparissos (cipres). De Nederlandse vertaling van Chamaecyparis is daarom 'dwergcypres'. Toch worden sommige soorten wel 40 tot 60 meter hoog. Bomenexpert Jan Mauritz vindt dat dit geslacht ten onrecht onbemind is en bespreekt het daarom in het artikel 'Coniferen: wintergroen, sterk en multi-inzetbaar: het geslacht Chamaecyparis'.

Wintergroen

Binnen de cipressenfamilie zijn nog een aantal andere geslachten zoals de bekende Thuja, Juniperus, en Cupressus. In totaal zijn er 28 tot 30 geslachten, met ongeveer 140 soorten. Er zijn nog veel meer cultuurvariëteiten (cultivars of cv's). Een kenmerk van alle soorten is dat ze wintergroen zijn. Ze behouden hun schubvormige bladeren. Mauritz beperkt zich in zijn overzichtsartikel tot Chamaecyparis en bespreekt verschillende soorten en cultivars.

Noord-Amerika

Vrijwel alle Chamaecyparissen die bij ons in cultuur gebracht zijn, hebben een kaarsrechte stam die tot in de top doorloopt. Maar in het natuurlijke verspreidingsgebied zijn het vaak meerstammige exemplaren. De soorten van het geslacht vind je van nature in Noord-Amerika, Japan, China en Taiwan.

Een van de bekendste soorten is Chamaecyparis lawsoniana. Die soort is vernoemd naar boomkwekerijeigenaar Charles Lawson (1794-1874), die de boom in 1854 in cultuur bracht. Zijn medewerkers ontdekten de soort in Oregon in Noord-Amerika. Van de soort zijn nu meer dan 300 cultivars bekend. In Noord Amerika zijn er bomen bekend die wel 60 meter hoog zijn. Zo hoog vind je ze bij ons niet. De aangeplante coniferen zijn hier nog geen 200 jaar oud.

Cultivars

Een hele slanke variëteit is Chamaecyparis lawsoniana. 'Columnaris'. Deze cultivar is rond 1940 in cultuur gebracht door boomkweker J. Spek uit Boskoop. Er is ook een gele variëteit, de cultivar 'Golden Triumph'. Boomkweker A. Mauritz & Zn in Naarden bracht deze soort in cultuur in de jaren '50.

Een andere bekende soort is Chamaecyparis nootkatensis die door botanicus Archibald Menzies in 1793 is gevonden in de Nootka Sound bij Vancouver Island. Ook deze soort, die aan de westkust van Noord-Amerika voorkomt, kan hoog worden. De grootste exemplaren zijn 40 meter hoog.

Mauritz sluit zijn artikel af met de hoop dat boombeheerders en boomkwekers wat meer aandacht schenken aan dit geslacht.

(Bron foto: Pixabay)

Links

(1)