Een bacterie buiten de stal houden blijkt lastig
Onderwerp
Campylobacter-bacterie, biosecurity
Interessant voor
pluimveehouders, adviseurs, voedingspecialisten
Campylobacter is een bacterie die via besmet voedsel een darminfectie kan veroorzaken. Het is in Nederland de belangrijkste bacteriële veroorzaker van diarree. Mensen met verminderde weerstand, zwangere vrouwen, jonge kinderen en ouderen zijn gevoelig voor een besmetting met Campylobacter. Jaarlijks sterven naar schatting 25 mensen als gevolg van deze beruchte bacterie.
De meeste infecties ontstaan bij het eten van besmet vlees, met name kippenvlees. Om het aantal voedselinfecties als gevolg van Campylobacter te verminderen, is het voorkomen van besmettingen bij vleeskuikens de meest impactvolle manier, concluderen experts. Biosecurity bij het houden van pluimvee wordt internationaal gezien als de belangrijkste route om de bacterie uit de voedselketen te houden.
HyCare-stallen
Zelfs als pluimveehouders veel aandacht besteden aan hygiëne, blijkt het ingewikkeld om de bacterie buiten de deur te houden. Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research hebben stallen gemonitord die volgens de HyCare-methode zijn opgezet. Dat wil zeggen dat er veel bioveiligheidsmaatregelen zijn genomen. Zo zijn oppervlakten poriënvrij, is de leefomgeving kiemarm, zijn de stallen vrij van ongedierte, en krijgen de dieren een optimale verzorging en schoon drinkwater. Toch zijn in stallen die volgens deze methode werken besmettingen met Campylobacter geconstateerd.
Het aantal positief geteste koppels vleeskuikens bleek wel lager dan in de naastgelegen niet-HyCarestal. Experts geven aan dat bioveiligheidsmaatregelen op veehouderijbedrijven meerdere doelen dienen, zoals het verbeteren van de gezondheid van de dieren, het optimaliseren van de productieresultaten en het verlagen het antibioticagebruik. Maar de conclusie dat zelfs op een bedrijf waar gewerkt wordt volgens het HyCare-principe toch verschillende Campylobacter-stammen zijn gevonden, bevestigt hoe gemakkelijk de bacterie een pluimveestal binnen kan komen.
Traaggroeiende kuikens
De pluimveesector strijdt al jaren tegen Campylobacter. Uit een ander vier jaar durend onderzoek bleek dat traaggroeiende kuikens wel minder gevoelig zijn voor een besmetting dan snelgroeiende dieren. Veel factoren zijn daarbij in beeld gebracht, zoals het seizoen, hygiëne en bioveiligheid, en het aantal stallen op een bedrijf in combinatie met andere werkzaamheden.
Dat er minder besmettingen zijn dan bij snelgroeiers, komt als een verrassing. “Omdat de traaggroeiende kuikens een week extra of nog langer worden gehouden, lopen ze langer het risico dat ze besmet raken met Campylobacter”, zegt veterinair microbioloog Miriam Koene, die vanuit WUR het onderzoek begeleidde in Nieuwe Oogst. “Het kan zijn dat de traaggroeiende kuikens genetisch gezien minder gevoelig zijn voor een infectie. Wij zagen in ieder geval geen verschil in maternale immuniteit, dus de antistoffen die kuikens van de moederdieren krijgen.”
Afvalwater van slachterij
Ook verder in de voedselketen kunnen besmettingshaarden met de Campylobacter-bacterie ontstaan. Zo is het afvalwater afkomstig van een Nederlandse vleeskuikenslachterij bekeken door een aantal verschillende experts. Het ruwe afvalwater van de pluimveeverwerker bleek gedurende de gehele onderzoeksperiode, van september 2022 tot en met januari 2023, zeer hoge concentraties Campylobacter te bevatten. Pas nadat het water was geloosd op het openbare rioolstelsel vond een duidelijke verdunning plaats door het samengaan met andere afvalwaterstromen.
Door verschillende zuiveringsprocessen van het afvalwater kan de concentratie Campylobacter met meer dan 99,99 procent worden gereduceerd. De bacterie wordt dus nog in hele lage concentraties teruggevonden in het effluent van de rioolwaterzuivering. Dat kan zorgen voor een besmetting van oppervlaktewater met Campylobacter. Een vertaling maken naar de eventuele gevolgen voor de volksgezondheid is complex, en op basis van dit onderzoek niet te maken, zo stellen de onderzoekers in het rapport. Ook andere bronnen kunnen de besmettingen in oppervlaktewater veroorzaken.