Nieuws

Een langetermijnperspectief voor de veehouderij

een kudde bruine en witte koeien bij een onverharde weg in Overijssel - venemama via Istock
Bron foto: Venemama, Istock (Istock licentieovereenkomst voor content)
Samenvatting
  • Onderwerp
    stikstof, kritische depositiewaarde
  • Interessant voor
    melkveehouders, beleidsmedewerkers
Bekijk de bronnen
Het meten van stikstof via de kritische depositiewaarde is voer voor discussie. Wetenschappers pleiten juist vóór dit meetinstrument met aanvullende doelstellingen voor sectoren en individuele boerenbedrijven. Dat moet met name voor de veehouderij een langetermijnperspectief en rechtszekerheid bieden.

Dat staat in het essay ‘Van depositie- naar emissiebeleid’, geschreven door Jan Willem Erisman, Chris Backes en Wim de Vries in opdracht van stikstofminister Christianne van der Wal. De drie wetenschappers vinden dat boeren het beste op basis van hun eigen kennis kunnen bepalen hoe ze de uitstoot van stikstof in hun bedrijfsvoering terugbrengen.  

Naast de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) zouden ook emissiedoelstellingen voor ammoniak (NH3) nodig zijn. Daarbij zou de overheid een onderscheid kunnen maken tussen grondgebonden en niet-grondgebonden veebedrijven. “Dat maakt duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. En het neemt de indruk weg dat de landbouw wordt afgerekend op een doelstelling van de overheid”, vinden de wetenschappers. Ze pleiten verder voor een goede monitoring en eenvoudige handhaving. 

Natuur onder druk 

De kritische depositiewaarde (KDW) is de hoeveelheid stikstof (in mol per hectare per jaar) waarboven de kwaliteit van de natuur onder druk staat. In de Wet natuurbescherming staat wat per type natuur de KDW is. Hoe gevoeliger bepaalde natuur is voor stikstof, hoe lager de waarde. Met name verzuring van de bodem speelt flora en fauna parten en zet de totale biodiversiteit onder druk. 

In de Wet natuurbescherming staat uitgebreid beschreven hoe Nederland de biodiversiteit van Natura 2000-gebieden in stand houdt of verbetert. Nederland heeft ruim 160 Natura 2000-gebieden, die ongeveer tien procent van het landoppervlak beslaan. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Het vormt de basis voor de bescherming van de biodiversiteit op het continent. 

Halveren emissie

Het kabinet Rutte IV heeft in januari 2022 in het coalitieakkoord vastgelegd dat in 2030 74 procent van het stikstofgevoelige Natura 2000-areaal onder de kritische depositiewaarde moet zijn gebracht. De doelen uit het coalitieakkoord zijn opgenomen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied. "Een coherente beleidssturing ontbreekt en er zou hierin meer consistentie gebracht moeten worden, vooral als het gaat om het handelingsperspectief van de landbouw", schrijven Erisman, Backes en De Vries. "Het beleid moet richting geven aan integraal bepalen en halen van doelen: stikstof moet gekoppeld worden aan klimaat en waterkwaliteit."

In het rapport ‘Wat wel kan’ beveelt oud-bewindsman Remkes aan om op termijn, en als dat juridisch houdbaarheid is, de kritische depositiewaarde te vervangen door een ander instrument. Maar volgens de drie wetenschappers is er geen alternatief voor de KDW voorhanden. Ze noemen het een robuuste, internationaal gevalideerde maat voor de effecten van stikstof op natuur. Het voorstel vanuit belangenorganisaties om onderzoek per gebied te doen, noemen ze praktisch onuitvoerbaar. "Alternatieve maten voor de effecten van de stikstoftoevoer op natuur, zijn ofwel wetenschappelijk niet geschikt, of leiden mogelijk tot onhaalbare doelen omdat het effect van decennia overmaat in de methode zit opgesloten", schrijven de wetenschappers.  

Norm per dier

Voor niet-grondgebonden bedrijven zou de overheid een norm per bedrijf of per dier kunnen bepalen, zo staat in het essay. De boer bepaalt zelf hoe hij of zij aan de normen wil voldoen. Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) zijn volgens de wetenschappers een geschikt instrument om te zorgen dat maatregelen integraal en voor tal van milieudoelstellingen werken, én om de voortgang op bedrijfsniveau te monitoren. Een systeem met KPI’s kan ook de basis zijn voor een passende beloning voor geleverde inspanningen.

"Bepaal wettelijk dat de vergunning van een bedrijf wordt aangepast als de doelstelling niet wordt gehaald", adviseert het drietal aan de minister. "Bied hulp aan boeren door ze te begeleiden bij het omschakelen naar een duurzame bedrijfsvoering, en bied daarbij ook steun in de vorm van aantrekkelijke leningen en/of sociaal maatschappelijke hulp." 

Vier stappen

In een ander visiedocument spreken vier Wageningse wetenschappers, onder wie Wim de Vries, over vier stappen die nodig zijn om de Nederlandse landbouw toekomstperspectief te geven. Allereerst adviseren ze het rijk en de regionale overheden om het Nationaal Programma Landelijk Gebied verder te concretiseren, opgaven te prioriteren en maatwerkoplossingen te bieden. Ze benoemen daarbij drie KPI’s: voor ammoniak-emissie, de uitstoot van broeikasgassen en het bodemoverschot voor stikstof. Daarnaast pleiten ze aanvullende milieudoelstellingen. 

Als tweede stap willen ze maatregelen op maat voor verschillende typen bedrijven, en per provincie. Ten derde stellen ze een reeks economische maatregelen voor, zoals de introductie van emissierechten. De vierde stap is het versterken van het verdienmodel van landbouwbedrijven. Dat kan via gerichte overheidsbetalingen voor groene diensten, grotere bijdragen vanuit ketens en consumenten, en via een algemene bijdrage voor landschaps- en biodiversiteitsbeheer. 

Bronnen

(3)