Nieuws

Een model voor eendenkroosgroei

De Ecoferm Kringloopboerderij in Uddel zet mest, lichaamswarmte en CO₂ van vee om in eendenkroos dat weer gebruikt kan worden als veevoer. Pieter Rooijakkers onderzocht als student een model om groei van het kroos te voorspellen

Op de Ecoferm kringloopboerderij van rosékalverhouder Kroes in Uddel worden reststromen als mest, ammoniak, methaan, CO₂ en warmte van de kalveren omgezet in eendenkroos, biogas, warm water, elektriciteit en meststoffen. In 2013 is op dit bedrijf van 1600 kalveren een nieuwe stal gebouwd, met op het dak een kas die geschikt is voor de kweek van eendenkroos. Dat kroos kan weer gebruikt worden als veevoer. In 2014 en 2015 heeft de veehouder als project van het InnovatieNetwerk, onder begeleiding van onderzoekers ervaring opgedaan met de kweek van het kroos.

Kroos

De veehouder gebruikte twee soorten kroos: Lemna minor (klein kroos) met toevoeging van een andere soort Spirodel polyrhiza (veelwortelig kroos). Aanvankelijk was het klein kroos de overwegende soort, maar door oplopen van de temperatuur werd de laatste soort de dominante soort, schrijft BSc-student Pieter Rooijakkers in zijn scriptie 'Photosynthesis model to predict duckweed growth at the Ecoferm greenhouse'.

Groeifactoren

Verschillende factoren beïnvloeden de groei van kroos zoals warmte, licht, zuurstofconcentrie, CO₂-concentratie en pH. Doel van zijn studie was een model te testen dat de groei van kroos kan voorspellen. Daarvoor is het belangrijk te weten wat optimale groeiomstandigheden zijn. De groeiomstandigheden voor beide soorten verschillen. Zo kan kroos overleven bij temperaturen tussen 5 en 40 °C. Het kleine kroos overleeft beter in koude omstandigheden dan het veelwortelig kroos. Er zijn andere verschillen, zoals de gevoeligheid voor licht en de minimumconcentratie zuurstof.

Model

De verschillende groeiomstandigheden voor beide soorten, die hij in hoofdstuk 2 beschrijft, zijn de paramaters waarop het groeimodel gebaseerd is. Hij vergeleek de uitkomsten van het model met gemeten opbrensten. Het model lijkt redelijk de werkelijkheid te benaderen. De voorspelde opbrengst komt voor 86 % tot 91% overeen met de gemeten opbrengst.

(Bron foto Wikimedia Commons: CC-BY-SA-3.0)