Effectiviteit van kennisnetwerken
Gijs van Seeters onderzocht voor zijn afstudeeropdracht op welke wijze een kennismanager de effectiviteit van kennisnetwerken kan beïnvloeden. Het onderzoek werd uitgevoerd in netwerken die gevormd zijn rond het groen onderwijs in Nederland.
Voorafgaand aan het onderzoek werden 3 netwerkmanagers geïnterviewd. De uitkomsten van deze interviews vormden de basis voor een vragenlijst, welke vervolgens door 34 netwerkmanagers werd ingevuld.
In het onderzoek zijn de volgende factoren in beschouwing genomen:
- Centralisatie: de mate waarin belangrijke activiteiten door 1 organisatie of een groep organisaties gecoördineerd worden
- Cohesie: de frequentie van contact tussen de deelnemende organisaties
- Beschikbare bronnen: de financiering
- Grootte: het aantal deelnemende organisaties
Conclusies uit het onderzoek
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er twee samenstellingen van factoren zijn die leiden tot effectieve kennisnetwerken. Naast een voldoende aantal deelnemende organisaties (minstens 7) en een hoge mate van contactfrequentie wordt de effectiviteit van het netwerk vergroot óf door een centrale sturing óf door voldoende financiering.
Met andere woorden: het is efficiënter om belangrijke activiteiten centraal te coördineren in plaats van gezamenlijk. Wanneer de sturing niet centraal gecoördineerd wordt, is er meer financiering nodig om tot een effectief netwerk te komen. Het is belangrijk dat netwerk managers zich hiervan bewust zijn, zodat zij het netwerk zodanig organiseren dat het leidt tot een hoge mate van effectiviteit.
Gijs van Seeters voerde zijn afstudeeropdracht uit als master student Organisation Studies aan de Universiteit van Tilburg.
(Bron foto: Pixabay)