Nieuws

Eigen ruwvoer telen in Denemarken

In Denemarken is het vanwege het klimaat niet verstandig alleen gras en mais te telen. Daarom teelt René Reinerink er naast maïs een diversiteit aan ruwvoergewassen zoals suikerbieten en een mengsel van gras, gerst en erwten.

Melkveehoudersechtpaar Pascal en René Reinerink emigreerden in 2015 vanuit Coevorden naar Denemarken waar ze een bedrijf overnamen van melkveehouders op leeftijd. In Coevorden molken ze 60 koeien in een oude stal. In Denemarken konden ze een bedrijf overnemen met 167 hectare waar ze 105 melk- en kalfkoeien houden en 125 stuks jongvee.

Regels

Reinerink is blij met de overstap naar Denemarken, zo zegt hij in een bedrijfsreportage in vakblad Veeteelt, omdat de regelgeving veel duidelijker is dan in Nederland. De dierwelzijnsregels zijn bijvoorbeeld heel streng, maar liggen wel tot 2034 vast. Eens per vier jaar wordt vastgesteld hoeveel diereenheden je per hectare mag houden. "Je weet gewoon voor langere tijd de spelregel," aldus Reinerink.

Eigen ruwvoer

Reinerink wild de productie op het bedrijf verhogen door zo veel mogelijk ruwvoer zelf te telen. In het artikel 'Eigen ruwvoer als sterke basis in Denemarken' maakt hij duidelijk dat dat een benadering is die in Denemarken wat ongewoon is. Deense melkveehouders geven hun koeien te veel krachtvoer, zegt hij.

Vlinderbloemigen

Hij teelt op het bedrijf een diversiteit aan gewassen omdat het gezien het klimaat niet verstandig is alleen op gras en mais te bouwen. Zo teelt hij een mengsel van gras, gerst en erwten. Dat ruwvoer is een smaakvol en rijk aan eiwit. Bijkomend voordeel is dat de vlinderbloemige erwt ook stikstof vastlegt.

Naast maïs, dat ingekuild wordt, kuilt hij ook gesnipperde suikerbieten in. Hij kiest voor suikerbieten in plaats van voederbieten vanwege een betere houdbaarheid. Naast het eigen ruwvoer, voegt hij nog bierbostel en een eiwitmengsel toe. 

(Bron foto: Shutterstock)